DE OORDOPJES PLAATSEN
1. Schuif de oorhaak achter uw oor en draai hem terug totdat hij prettig op de
bovenkant van uw oor rust.
Het oordopje moet op het bovenste deel van uw oor rusten.
OPMERKING: Zorg dat u het juiste oordopje op het juiste oor plaatst. Op het
binnenoppervlak van het oordopje staat een L (links) of een
R (rechts).
2. Controleer de pasvorm (zie pagina 15).
De oordopjes dragen met een bril
Het is het beste om uw bril af te zetten voordat u de oordopjes plaatst. Wanneer de
oordopjes stabiel en comfortabel aanvoelen, zet u uw bril weer op.
DRAAGWIJZ E
Oorhaak
|
1 4
D U T