Ventilatiekit controle (optioneel)
Deze configuratie wordt gebruikt wanneer een airconditioner aan een ventiatiesysteem is gekoppeld.
Deze functie koelt en ververst de binnenlucht met behulp van het ventilatiesysteem terwijl de
aircofunctie ingeschakeld blijft.
Gekoppelde ventilatie
Druk op de
knop op het
1
bedieningspaneel van de afstandsbediening.
- Deze optie wordt alleen gebruikt
wanneer de airconditioner en de algemene
ventilatie aan elkaar zijn gekoppeld ('Interlinked
Operation' (Gekoppelde werking) weergegeven
op het display van de afstandsbediening).
Door in de ventilatiemodus op de 'Start/Stop'
2
knop te drukken, start u de ventilatie.
Als u op de
knop drukt, wordt de
3
bedieningsmodus gewijzigd.
Door op de knop voor het selecteren van
de bedieningsmodus te drukken, wijzigt u deze
als volgt: 'Heat exchange' (Warmteuitwisseling),
'normaal', 'automatisch'.
❈ Het display van de afstandsbediening is alleen
zichtbaar in de ventilatiemodus en het geeft de
gewenste temperatuur aan wanneer het wordt
overgeschakeld naar de aircomodus.
Wanneer u in de algemene ventilatiemodus
4
op de
knop drukt, wordt de snelheid
van de luchtstroom gewijzigd.
Wanneer u op de knop voor luchtstroomsnelheid
drukt, kunt u de snelheid ervan aanpassen van
'zwak' in 'krachtig' en 'extra krachtig'.
Als er een CO2-sensor is geïnstalleerd, kunt u de
gevoeligheid ervan instellen op respectievelijk
'weak' (laag), 'strong' (hoog), 'very strong' (zeer
hoog) en 'automatic' (automatisch).
Terugschakelen naar de aircomodus
5
1) Automatische conversie: Wanneer 15
seconden of langer geen knop wordt
aangeraakt, schakelt het systeem
automatisch terug naar de aircomodus.
2) Handmatige conversie: Door in de
ventilatiemodus op de
drukken, wordt het systeem handmatig
overgeschakeld.
Gebruiksinstructies
knop te
Gebruikershandleiding 33