A Koelkast
1. Temperatuurknop en -lampje
2. Glazen legplanken
3. Groentelade
4. Deurrek
5. Onderste legplank
6. Eiervak
B Diepvriezer
7. Bovenste lade
8. Middelste lade
9. Onderste lade
10. IJsbakje
11. Schraper
VOORDAT U HET APPARAAT INSTALLEERT
Controleer voordat u het apparaat op de netvoeding aansluit of de spanning die is aangegeven op het
typeplaatje van uw apparaat overeenstemt met de netspanning in uw woning.
Let erop dat de stekker ook na de installatie steeds bereikbaar moet blijven.
Dit apparaat moet geaard worden. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van gebruik
zonder aarding.
INSTALLATIE
Installeer dit apparaat in een droge, goed geventileerde ruimte. De plaats waar het apparaat wordt
geï nstalleerd mag niet aan rechtstreeks zonlicht of een andere warmtebron zijn blootgesteld, zoals een
fornuis, radiator enz.
Zorg voor een tussenruimte van minstens 10 cm aan elke kant van de behuizing om een goede ventilatie
van het apparaat te garanderen.
De voorste voeten kunnen worden aangepast als het oppervlak oneffen is.
OMGEVINGSTEMPERATUUR
Dit apparaat is ontworpen voor werking in een omgevingstemperatuur tussen 16°C en 38°C(N/ST). Het
apparaat kan niet correct werken als deze temperaturen worden overschreden, d.w.z. kouder of warmer
zijn. Bij langdurig overschrijden van de opgegeven omgevingstemperaturen zal de temperatuur in de
diepvriezer boven -18℃ stijgen, waardoor voedselbederf kan optreden.
6