spankop en maak de vergrendelingsbus van
de spanhuls.
2. AAN/UIT-SCHAKELAAR (ZIE C)
Druk deze in om de boor te starten en laat
hem los om de boor weer te stoppen. De aan/
uitschakelaar is uitgerust met een remfunctie
die de boorhouder onmiddellijk stopt nadat u
de schakelaar snel heeft losgelaten.
Het is ook een snelheidsregelaar die de
snelheid en het koppel verhoogt door de
trekker verder in te knijpen. De snelheid wordt
bepaald door de kracht waarmee u de trekker
indrukt.
WAARSCHUWING: Niet langdurig
gebruiken met een lage snelheid
vanwege de warmte die daardoor wordt
gegenereerd.
3. VERGRENDELING SCHAKELAAR
De schakelaar kan vergrendeld worden in de
UIT-stand. Hierdoor vermindert de kans op
het onopzettelijk inschakelen van de boor.
Om de schakelaar te vergrendelen, plaatst u
de keuzeschakelaar van de draairichting in de
middelste stand.
4. KEUZEKNOP VOOR RECHTS OF LINKS
DRAAIEN (ZIE C)
Voor boren en het draaien van schroeven
moet u voorwaarts draaien, dit wordt met "
" aangegeven (de hendel staat naar links).
Gebruik het achterwaarts boren "
hendel staat naar rechts) om schroeven te
verwijderen of een vastzittende boor los te
maken.
WAARSCHUWING: Verander
nooit de draairichting terwijl de
boormachine draait, wacht tot deze is
gestopt!
5. AANPASSEN VAN DE BOORHOUDER
(Zie D)
In de boorstand wordt de afneembare
boorhouder aanbevolen.
Houd de achterste huls van de
snelspanboorhouder vast en draai de voorste
huls in draairichting tot het inzetgereedschap
kan worden aangebracht. Steek het boorbitje
in de boorhouder en draai de voorkant in
3-in-1-slagschroevendraaier op 12V
Li-ion-batterij
tegengestelde richting. Controleer of het bitje
in het midden van de boorhouder zit. Draai
daarna krachtig de twee onderdelen van de
boorhouder in tegengestelde richting. Nu zit
het bitje stevig in de boorhouder.
6. WERKLAMPJE
Druk gewoon op de aan/uit-schakelaar om het
licht in te schakelen. Het licht gaat uit als u de
aan/uit-schakelaar loslaat.
Led-verlichting voor verbeterde zichtbaarheid
in een donkere omgeving.De led geeft ook de
capaciteit van de batterij aan. Hij knippert als
de batterij leegraakt.
7. SELECTIE FUNCTIEMODUS
Het gebruik van het apparaat voor elke
toepassing wordt ingesteld met de
selectieschakelaar voor de functiemodus (9).
Om de functie te veranderen, schuift u de
selectieschakelaar (9) naar de gewenste stand,
als volgt:
WAARSCHUWING: Bedien de
werkingsfunctie-keuzeknop alleen
" , (de
wanneer het gereedschap niet draait. Als
de keuzeknop niet gemakkelijk kan worden
bediend, knijpt u de aan/uitschakelaar iets
in zodat de spankop draait, waarna u de
keuzeknop gemakkelijk kunt bedienen.
SCHROEVENDRAAIER
Schuif de selectieschakelaar (9) naar "
U stelt het koppel in door de koppelstelring te
draaien (Zie F). Het koppel is groter wanneer u
de koppelstelring op een hogere stand zet. Het
koppel is lager wanneer u de koppelstelring
op een lagere stand zet.
De instelling is als volgt:
1 - 4
Schroevendraaier (Zie E1)
Boren (Zie E2)
Slagdrijver (Zie E3)
om kleine schroeven te schroeven
59
" .
NL