nl
Aansluiting
Het apparaat is uitgerust met een stekker en dient alleen
op een correct geïnstalleerde en geaarde contactdoos te
worden aangesloten. Alleen een gekwaliiceerd elektricien
mag de contactdoos installeren of het aansluitsnoer
vervangen volgens de toepasselijke voorschriften.
Als de stekker na de montage niet meer bereikbaar is,
dient aan de installatiezijde een alpolige scheider met een
contactafstand van minstens 3 mm beschikbaar zijn.
Alleen een vakkundige montage volgens deze handleiding
garandeert een veilig gebruik.
Bevestig losstaande meubels met een gewone beugel aan
de muur.
Leveromvang – Afbeelding 1
a
Frame (met telescopische glijders)
b
Draagplaat met apparaat en frontpaneel
c
Houtschroeven (4 stuks)
d
Zelftappende schroeven (2 stuks)
Montage van het apparaat –
Afbeelding 2-4
De minimale ruimte tussen de wand en de
inbouwbehuizing moet 200 mm zijn.
Zorg voor voldoende ventilatie. Verwijder daarvoor de
achterwand van het meubel of maak een opening van 500
x 400 mm.
Tussen de muur en de kastbodem of de achterwand
van de kast erboven moet een afstand van minstens
45 mm worden vrijgelaten. De ventilatiesleuven en de
aanzuigopeningen mogen niet worden afgedekt.
Neem ook de montagehandleidingen in acht van de
apparaten die zich boven of onder dit apparaat bevinden.
Als het apparaat boven een verwarmingslade wordt
ingebouwd, dient men een uitsparing van 590 mm hoog vrij
te laten.
Als het apparaat direct onder een decoratief paneel wordt
ingebouwd, moet men erop letten dat een ventilatiespleet
van minstens 200 cm² voorhanden is.
De ideale inbouwhoogte voor de espresso-automaat
gemeten vanaf de vloer tot de onderkant van het apparaat
bedraagt 95 cm.
•
Pak eerst alle onderdelen uit volgens de instructies
en controleer ze op transportschade. Beschadigde
apparaten mogen niet in gebruik worden genomen.
•
Bevestig het frame
a
in het midden en aan de
voorkant stevig met de bijgeleverde 4 schroeven
•
Verwijder de plakstrips, om de veren te activeren.
•
Steek de stekker in het stopcontact.
Het snoer mag nergens worden geklemd.
Belangrijk:
Het apparaat mag alleen op de compleet
uitgetrokken telescopische glijders worden geplaatst,
opdat na het ineenschuiven de automatische
uitschuifunctie kan worden geactiveerd.
1
Trek de beide telescopische glijders
2
Plaats de draagplaat
b
met het apparaat op de
telescopische glijders. Bevestig de plaat met de
schroeven
d
.
3
Steek het spiraalsnoer van het apparaat in op het
frame. Niet te hard uitrekken.
4
Als het apparaat uitsteekt of na het inschuiven niet
vastklikt, kan de positie worden gecorrigeerd.
•
Het apparaat steekt uit:
inbus SW3 insteken en naar links
•
Het apparaat klikt niet vast:
inbus SW3 insteken en naar rechts
Controleer nu of de elektrische en handmatige
uitschuifuncties correct functioneren.
c
.
volledig
uit.
X
draaien.
Y
draaien.
7