a) Batterijspanning
De batterijspanning is voldoende wanneer de naald zich in de "GOOD" zone bevindt. Zoniet,
dan moet u de batterijen vervangen (zie "5. Batterijen vervangen" op blz. 10).
b) Kabels aansluiten
Het OK lampje brandt indien de kabels van aansluitklemmen P en C goed zijn aangesloten en
indien de spreidingsweerstand van de bijkomende aardingspinnen binnen de grenzen valt die u
heeft vastgelegd. Indien het lampje niet brandt : controleer de verbinding van de kabels met
aansluitklemmen P en C of verlaag de spreidingsweerstand van de bijkomende aardingspinnen
tot een gepast niveau. Dit doet u door de grond te bevochtigen met water of door de
aardingspinnen te verplaatsen.
Creëer een kortsluiting van de alligatorklemmen aan het uiteinde van de rode en de gele kabel
om na te gaan of ze niet beschadigd zijn.
Merk op dat u geen kabels hoeft aan te sluiten om de batterijspanning te controleren. Druk
gewoon 1 x op de BATT.CHECK knop. Het OK lampje gaat niet branden.
4) Meten van spreidingsweerstand
Druk op één van de bereikknoppen x 1Ω, x 10Ω of 100Ω. Druk vervolgens op de MEAS. knop.
Vermenigvuldig de meting met 10 voor het x 10Ω bereik of met 100 voor het 100Ω bereik.
Het OK lampje brandt wanneer het toestel normaal werkt. Indien het lampje niet brandt, dan
wijst dit op een te hoge spreidingsweerstand over aansluitklemmen C en E die normale werking
onmogelijk maakt. Ga nog eens na of de kabels elkaar niet raken en controleer nog eens de
spreidingsweerstand van de bijkomende aardingspinnen volgens de richtlijnen in "3)
Batterijspanning & kabelaansluiting controleren" op de vorige pagina. Het kan gebeuren dat het
OK lampje niet brandt en dat de naald de maximumwaarde van de schaal overschrijdt ondanks
alle voorgaande controles. Verschillende oorzaken zijn mogelijk : foute werking van het geteste
toestel, beschadigde aansluitkabels van dat toestel of beschadiging van de groene
aansluitkabel.
5) Vereenvoudigde methode om spreidingsweerstand te meten
Deze methode valt aan te bevelen wanneer u een spreidingsweerstand meet van meer dan
10Ω of wanneer u geen bijkomende aardingspinnen in de grond kan slaan. U kunt de
spreidingsweerstand bij benadering meten via het systeem met twee kabels, dat gebruik maakt
van reeds geaarde toestellen (zie figuur 3 op blz. 9).
Opmerking : Zorg ervoor dat de aarding is aangesloten op aansluitklem P wanneer u
spreidingsweerstand meet met via de netspanning (A).
Druk op de AC V knop (zie ook "2) Aardspanning meten van het geaarde toestel dat u wilt
testen") om de aardspanning te meten van het geteste toestel en vergewis u ervan dat de
aardspanning kleiner is dan 2V.
Druk op de "x10Ω" knop en dan op de MEAS. knop. Lees de spreidingsweerstand af. Druk de
"x100Ω" knop in indien de naald volledig naar rechts overhelt.
AVM52ERT
8
VELLEMAN