6.
Sluit de bekabeling aan en stel de keuzeschake-
laar in aan de hand van de onderstaande tabel.
De tabel verwijst naar de grafieken achterin
deze instructies.
Enkele pomp in bedrijf
(de pompen werken onafhankelijk van elkaar)
Met bedrijfsindicatie
Met storingsindicatie
Wisselend bedrijf of standby-bedrijf
(gebruik de bijgeleverde verbindingskabel, zie
afb. 2)
Wisselend bedrijf
Standby-bedrijf met pomp 1 als in
werking zijnde pomp en pomp 2 als
standby-pomp.
NB:
De keuzeschakelaar mag
niet in de stand wisse-
lend bedrijf staan.
Standby-bedrijf met pomp 2 als in
werking zijnde pomp en pomp 1 als
standby-pomp.
NB:
De keuzeschakelaar mag
niet in de stand wisse-
lend bedrijf staan.
Storings- of bedrijfssignalering
voor dubbelpompen bij wisse-
lend bedrijf:
Als de signaaluitgang wordt ge-
bruikt voor storings- of bedrijfssig-
nalering, moet een hulprelais
worden gebruikt.
Afbeelding F laat een eenfase
pomp in wisselend bedrijf zien met
externe storingssignalering inge-
val pomp 2 of beide pompen defect
zijn.
Storings- of bedrijfssignalering voor dub-
belpompen bij standby-bedrijf:
• Als de signaaluitgang van de in werking
zijnde pomp wordt gebruikt voor storings-
of bedrijfssignalering, moet een hulprelais
worden gebruikt.
• Als de signaaluitgang van de standby-
pomp wordt gebruikt voor storings- of be-
drijfssignalering, ga dan te werk overeen-
komstig afb. A of B.
7.
Bij wisselend bedrijf: Voer een functietest uit
zoals beschreven in hoofdstuk 9. Functietest bij
wisselend bedrijf.
8.
Monteer de klemmenkastdeksels.
9.
Schakel de voedingsspanning in.
34
8. Elektrische specificaties
Ingang voor start/stop
(klemmen 7 en 8)
Afb. A
Afb. B
Uitgang voor bedrijfs-
of storingssignalering
(klemmen 1 tot 3)
Afb. C
Afb. D
Afb. E
Afb. F
Extern potentiaalvrij
contact.
Max. belasting:
250 V, 1,5 mA.
Min. belasting:
100 V, 0,5 mA.
Intern potentiaalvrij
wisselcontact.
Max. belasting:
250 V, 2 A, AC.
Min. belasting:
5 V, 1 mA, DC.