Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Montage van de temperatuursensoren
Instructies voor de montage van de temperatuursensor
• De stroomsnelheid moet bij beide temperatuursensoren gelijkaardig zijn.
!
De kabels mogen niet worden ingekort of verlengd.
• De afstand van de sensorkabels tot elektromagnetische storingsbronnen moet min.
300 mm bedragen.
• De vrije temperatuursensor kan in speciale kogelkranen of voor dit type goedgekeurde
dompelbuizen worden gemonteerd. Nationale richtlijnen in acht nemen.
Sensormontage met directe onderdompeling in speciale kogelkraan
1
De inbouwpositie van de sensor drukvrij maken.
2
Afsluitplug uit de speciale kogelkraan schroeven.
3
Bijgevoegde O-ring op de montagepin plaatsen. Slechts één O-ring gebruiken.
Bij een vervanging van de sensor moet de oude O-ring door een nieuwe worden
vervangen.
4
O-ring met de montagepin draaiend in de boring van de afsluitplug schuiven.
5
O-ring met het andere uiteinde van de montagepin definitief positioneren.
6
Montagepin over de temperatuursensor plaatsen.
7
Messing schroefverbinding aan de sensor vastzetten met behulp van de montagepen.
8
Temperatuursensor met de schroefverbinding in de kogelkraan aanbrengen.
Messing schroefverbinding met de hand (zonder gereedschap) vastdraaien.
9
!
Bij de inbouw in dompelbuizen moeten de sensoren tot op de bodem van de
dompelbuizen worden geschoven en vervolgens met een apart verkrijgbare
schroefverbinding worden gefixeerd.
Verzegeling
• Na montage en controle moet de temperatuursensor en het snijpunt tussen meter en
pijpleiding worden verzegeld.
Koudemeter
Dit hoofdstuk beschrijft alleen de eigenschappen en functies van de koudemeter die
afwijken van die van de warmtemeter.
Bedrijfsomstandigheden
• Beschermingsgraad debietsensor
• Temperatuur van medium
IP 65
Θ: +3°C ... 50°C
8
69
Tabla de contenido
