Gebruik En Onderhoud; Voorafgaand Aan De Eerste Rit - Blaupunkt E-MOBILITY CARL 280 Manual De Instrucciones

GEBRUIK EN ONDERHOUD

De elektrische fiets is bedoeld voor ritten zonder passagiers. Als je bagage wilt
vervoeren, dient de fiets met de juiste accessoires te worden uitgerust. Het totale
gewicht (vouwfiets + bestuurder + bagage) mag het maximale draagvermogen van
de fiets van 130 kg niet overschrijden.
De producent en de verkoper van zijn fietsen stellen zich op geen enkele wijze
aansprakelijk voor gebruik van de fiets in strijd met het beoogde doeleinde. Dit
betreft met name het niet opvolgen van veiligheidsinstructies in deze handleiding
en schade ten gevolge van o.a. fietsen over onverharde wegen, overbelasting van de
fiets of onjuiste reparatie van defecten.
De elektrisch fiets is absoluut ongeschikt voor freestyle rijden, bijv. over trappen of
sprongen.

VOORAFGAAND AAN DE EERSTE RIT

• Laad de accu op voorafgaand aan de eerste rit.
• Controleer of de fiets rijklaar is en goed is afgesteld
• op je lichaamslengte:
• Het zadel en stuur moeten correct zijn afgesteld en vastgezet.
• Controleer de montage en werking van de remmen.
• Controleer of de wielbouten stevig zijn aangedraaid.
• Controleer of de bandendruk juist is.
• Ga na welke hendels welke remmen bedienen. Rijd een eindje op een veilige
plaats zonder verkeer.
• Controleer of de wielen, assen en belangrijkste bouten en moeren stevig zijn
aangedraaid.
• Controleer of alle remmen goed werken. Druk de rem in en probeer te fiets voort
te duwen. De achterrem moet het achterwiel volledig blokkeren. De voorrem
dient het voorwiel zodanig te blokkeren dat het achterwiel loskomt van de grond.
Het stuur mag niet stuiteren of loszitten tijdens het remmen.
• De doeltreffendheid van de remmen kan afnemen bij regen en op een nat
wegdek. Onthoud dat de remweg op een glad wegdek aanzienlijk langer is.
• Controleer de luchtdruk in de banden. De bandendruk controleren tijdens het
fietsen: Druk de band in met je duim. De banden mogen niet indeuken ten
gevolge van het indrukken.
• Controleer de staat van de banden en velgen. Deze mogen niet beschadigd,
gescheurd, gebarsten of vervormd zijn. In de banden mogen zich geen vreemde
objecten als stukjes glas en scherpe steentjes bevinden.
• Indien de banden beschadigd, gescheurd of gebarsten zijn mag de fiets niet
worden gebruikt. Breng de fiets in dat geval naar een gespecialiseerde
fietsenmaker.
73