OBJ_BUCH-1444-004.book Page 46 Tuesday, December 4, 2012 1:47 PM
46 | Nederlands
lingseigenschappen van het doeloppervlak. Na beëindiging
van de meting wordt de laserstraal automatisch uitgescha-
keld.
Als ca. 20 seconden na het richten geen meting plaatsvindt,
wordt de laserstraal automatisch uitgeschakeld om de batte-
rijen te sparen.
Referentievlak kiezen (zie afbeelding A)
Voor de meting kunt u uit drie verschillende referentievlakken
kiezen:
– de achterkant van het meetgereedschap (bijvoorbeeld als
het tegen een muur wordt geplaatst),
– vanaf de voorkant van het meetgereedschap (bijv. bij het
meten vanaf de rand van een tafel),
– vanaf het midden van de schroefdraad 14 (bijv. voor me-
tingen met statief).
Druk voor de keuze van het referentievlak zo vaak op de toets
6 tot in het display het gewenste referentievlak wordt weerge-
geven. Na het inschakelen van het meetgereedschap is altijd
de achterkant van het meetgereedschap als referentievlak
vooraf ingesteld.
Displayverlichting
De displayverlichting wordt afhankelijk van de lichtintensiteit
van de omgeving automatisch geactiveerd. Als na het inscha-
kelen van de displayverlichting geen toets wordt ingedrukt,
wordt de verlichting gedimd om de batterijen te ontzien.
Meetfuncties
Eenvoudige lengtemeting (zie afbeelding B)
Druk voor lengtemetingen zo vaak op de toets 9 totdat in het
display de indicatie voor lengtemeting verschijnt.
Druk voor het inschakelen van de laser en
voor het meten telkens eenmaal kort op
de toets meten 2.
De meetwaarde wordt in de resultaatre-
gel b weergegeven.
Bij meer lengtemetingen achter elkaar worden de resultaten
van de laatste metingen in de meetwaarderegels a weergege-
ven.
Oppervlaktemeting (zie afbeelding C)
Druk voor oppervlaktemetingen zo vaak op de toets 3 tot in
het display de indicatie voor oppervlaktemeting
schijnt.
Meet vervolgens lengte en breedte na elkaar, net als bij een
lengtemeting. Tussen de beide metingen blijft de laserstraal
ingeschakeld.
Na afsluiting van de tweede meting wordt
de oppervlakte automatisch berekend en
in de resultaatregel b weergegeven. De
afzonderlijke meetwaarden staan in de
meetwaarderegels a.
Inhoudsmeting (zie afbeelding D)
Druk voor inhoudsmetingen zo vaak op de toets 3 tot in het
display de indicatie voor inhoudsmeting
2 609 140 773 | (4.12.12)
Waarden boven 999999 m
ven. In het display verschijnt „ERROR". Verdeel de te meten
inhoud in verschillende metingen, waarvan u de waarden
apart berekent en vervolgens optelt.
Duurmeting (zie afbeelding E)
Bij de duurmeting kan het meetgereedschap relatief ten op-
zichte van het doel worden verplaatst, waarbij de meetwaar-
de ongeveer elke 0,5 seconden wordt geactualiseerd. U kunt
zich zich bijvoorbeeld van een muur verwijderen tot aan de
gewenste afstand. De actuele afstand is steeds afleesbaar.
Druk voor duurmetingen op de toets 9 tot in het display de in-
dicatie
voor duurmeting verschijnt. Druk voor het starten
van de duurmeting op de toets meten 2.
meten 2 drukt, start de duurmeting opnieuw.
De duurmeting wordt na 5 minuten automatisch uitgescha-
keld. De laatste meetwaarde blijft in de resultaatregel b weer-
gegeven.
Indirecte hoogtemeting / Enkele Pythagorasmeting
(zie afbeelding F)
De indirecte hoogtemeting dient voor het bepalen van afstan-
den die niet rechtstreeks kunnen worden gemeten, omdat
een hindernis de laserstraal belemmert of omdat er geen doe-
loppervlak als reflector beschikbaar is. Correcte resultaten
worden alleen bereikt als de bij de meting vereiste rechte hoe-
ken nauwkeurig worden aangehouden (stelling van Pythago-
ras).
ver-
Let erop dat het referentiepunt van de meting (bijv. achter-
kant van meetgereedschap) bij alle afzonderlijke metingen
binnen één volledige meting op nauwkeurig op dezelfde
plaats blijft.
Tussen de afzonderlijke metingen blijft de laserstraal inge-
schakeld.
Druk zo vaak op de toets 3 tot in het display de indicatie voor
de enkele Pythagorasmeting
Meet net als bij een lengtemeting de lijnstukken „1" en „2" in
deze volgorde. Let erop dat tussen lijnstuk „1" en het ge-
vraagde lijnstuk „X" een rechte hoek bestaat.
verschijnt.
Meet vervolgens lengte, breedte en hoog-
te na elkaar, net als bij een lengtemeting.
Tussen de drie metingen blijft de laser-
straal ingeschakeld.
Na afsluiting van de derde meting wordt
de inhoud automatisch berekend en in de
resultaatregel b weergegeven. De afzon-
derlijke meetwaarden staan in de meet-
waarderegels a.
3
kunnen niet worden weergege-
De actuele meetwaarde wordt in de resul-
taatregel b weergegeven.
Door het indrukken van de toets meten 2
beëindigt u de duurmeting. De laatste
meetwaarde wordt in de resultaatregel b
weergegeven. Als u opnieuw op de toets
verschijnt.
Bosch Power Tools