Installatie; De Versterker Aansluiten; Posibilidades De Utilización; Conexiones - Monacor PA-2240 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para PA-2240:
Tabla de contenido
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen water of chemicaliën.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon
vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichamelijke
schade.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg het dan voor
milieuvriendelijke verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.

3 Installatie

De versterker is voorzien voor montage in een rack
(482 mm/19"), maar kan ook als tafelmodel gebruikt
worden. In elk geval moet de lucht door alle ventila-
tieopeningen kunnen stromen, om voldoende venti-
latie van de versterker te verzekeren.
3.1 De montage in een rack
Voor de montage in een rack hebt u 2 HE (2 rack-
eenheden = 89 mm) nodig. Om te voorkomen dat
het rack topzwaar wordt, dient de versterker in het
onderste gedeelte van het rack gemonteerd te wor-
den. De frontplaat alleen is niet voldoende voor een
veilige bevestiging. Bovendien moet de versterker
via de montagestrips aan de achterzijde met het
rack vastgeschroefd worden.
De hete lucht die uit de versterker geblazen
wordt, moet achterlangs of bovenlangs uit het rack
afgevoerd kunnen worden. Anders hoopt de warmte
zich op in het rack, waardoor niet enkel de verster-
ker maar ook andere toestellen beschadigd kunnen
worden. Bij onvoldoende warmteafvoer moet u in
het rack een ventilator plaatsen boven de versterker.
No tire nunca del cable de red directamente para
desconectar el enchufe de la toma de red, tire
siempre del enchufe.
Para la limpieza utilice únicamente un trapo seco y
suave; no utilice nunca agua o productos químicos.
No se asumirá ninguna garantía para la unidad ni
se aceptará ninguna responsabilidad en caso de
daños personales o patrimoniales resultantes de
la utilización de la unidad con otro fin distinto del
originalmente concebido, si no se conecta o utiliza
correctamente, o si no se repara de manera
experta.
Si la unidad debe retirarse definitivamente
del funcionamiento, llévela a un centro de
reciclaje local para su eliminación no perju-
dicial para el medio ambiente.
3 Posibilidades de utilización
El amplificador está previsto para una instalación en
rack (482 mm/19") pero puede estar directamente
instalado sobre una mesa. En todo los casos, ase-
gurarse para tener una ventilación suficiente a tra-
vés las ranuras de ventilación y así una refrigera-
ción suficiente de los amplificadores.
3.1 Instalación en rack
Para un montaje en rack 2 unidades (= 89 mm) son
necesarias. Para evitar una caída, el amplificador
tiene que estar situado en la parte inferior del rack;
el panel delantero solamente no es suficiente para
una fijación segura; adicionalmente el amplificador
tiene que estar atornillado con las fijaciones de
detrás al rack.
El aire caliente generado por el amplificador
tiene que estar evacuado detrás o arriba, sino, hay
acumulación de calor dentro el rack: no sólo el
amplificador, pero también los otros aparatos pue-
den estar dañados: si el evacuación del calor en el

4 De versterker aansluiten

De in- en uitgangen mogen enkel door een gekwali-
ficeerde vakman uitgevoerd worden en in elk geval
wanneer de versterker uitgeschakeld is!
4.1 De luidsprekers
De aansluitingen voor de luidsprekers bevinden zich
onder de beschermkap (11). Om de aansluitingen
tot stand te brengen, schroeft u de kap los.
WAARSCHUWING De versterker mag niet zonder
de beschermkap (11) worden
bediend. Immers, tijdens het
bedrijf voeren de luidspreker-
aansluitingen (9, 10) gevaar-
lijke spanningen tot 100 V.
Schroef de beschermkap na
het aansluiten opnieuw vast,
zodat de contacten niet kun-
nen worden aangeraakt.
U kunt 100 V-luidsprekers (figuur 3 en 4) of luid-
sprekers van 8 Ω resp. luidsprekergroepen met een
totale impedantie van minstens 8 Ω (figuur 5 – 8)
aansluiten.
4.1.1 100 V- en monitorluidsprekers
Opgelet! Bij 100 V-luidsprekers (figuur 3 en 4) mag
de totale belasting van de luidsprekers
niet meer dan 240 W
RMS
dragen. Anders wordt de versterker over-
belast en eventueel beschadigd. Houd
hierbij ook rekening met de monitorluid-
sprekers van 100 V [op de klemmen
MONITOR (10)].
Sluit voor elke zone de luidsprekers in groepen aan
op de betreffende luidsprekerklemmen (9). Let daar-
bij op de juiste polariteit (positieve en negatieve
aansluitingen zoals weergegeven in figuren 3 en 4).
De positieve aansluiting van de luidsprekerkabel is
altijd speciaal gemarkeerd. Ter controle kunt u voor
elk kanaal een monitorluidspreker van 100 V aan-
rack no es suficiente, insertar un ventilador en el
rack encima del amplificador.

4 Conexiones

¡Sólo un técnico habilitado puede efectuar todas las
conexiones, el amplificador tiene que estar des-
conectado en todo caso!
4.1 Altavoces
Debajo de la tapa protectora (11) se encuentran las
conexiones para los altavoces. Para la conexión
desatornille la tapa.
ADVERTENCIA El amplificador no debe uti-
lizarse sin tapa protectora (11).
Durante el funcionamiento se
producen voltajes peligrosos de
hasta 100 V en las conexiones
de altavoz (9, 10). Tras la cone-
xión, atornille firmemente la tapa
de nuevo de manera que los
contactos
queden
contra manipulaciones.
Es posible conectar altavoces Public Address
(esquemas 3 y 4) o altavoces 8 Ω o grupos de alta-
voces con una impedancia total de 8 Ω al menos
(esquemas 5 – 8).
4.1.1 Altavoces monitor o PA
¡Importante! para altavoces PA (esquemas 3 y 4),
la carga total por los altavoces no
puede ser más alta que 240 W
por canal sino, el amplificador está
en sobrecarga y podría ser dañado.
Altavoces monitor 100 V [a las bor-
nes MONITOR (10)], tienen que ser
contabilizados.
Conectar los altavoces en grupos para cada zona a
las bornes correspondientes (9): respetar la polari-
sluiten op de klemmen MONITOR (10). De klemmen
MONITOR zijn parallelgeschakeld met de klemmen
COM en 100 V/42 Ω.
4.1.2 Luidsprekers van 8 Ω resp. luidspreker-
groepen met een totale impedantie van 8 Ω
De figuren 5 tot 8 tonen verschillende mogelijkhe-
den om met betreffende luidsprekers een impedan-
tie van 8 Ω te realiseren. Sluit de luidsprekers voor
elke zone aan op de klemmen COM en 44 V/8 Ω (9).
Let daarbij op de juiste polariteit (positieve en nega-
tieve aansluitingen zoals weergegeven in figuren
5 – 8). De positieve aansluiting van de luidspreker-
kabel is altijd speciaal gemarkeerd.
4.2 Ingangen
Elk kanaal kan via de XLR-jacks (14) of via de
schroefaansluitingen (15) een afzonderlijk ingangs-
signaal ontvangen. Een ingangssignaal kan echter
ook over beide kanalen verdeeld worden. Druk hier-
voor op de toets ROUTING 1-2 (13), en stuur het
signaal slechts naar een van beide ingangen.
Voor een volledige uitsturing is een signaal van
+4 dBu = 1,2 V nodig. De signaalbron moet gebalan-
ceerd aangesloten worden op de overeenkomstige
ingang. Hierdoor worden storingen optimaal onder-
drukt. Indien de uitgang van de signaalbron ongeba-
lanceerd is (bv. bij cinch-jacks), moet u bij de aan-
per kanaal be-
sluiting via de XLR-jack een aangepaste adapter
gebruiken (bv. NA-2MPMF van MONACOR) of bij
de aansluiting via de schroefaansluitingen telkens
de klem
met de GND-klem verbinden. Sluit het
signaal aan op
4.3 Netvoeding en noodstroomvoeding
1) Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de jack (8) en plugt u de stekker ervan
in een stopcontact (230 V~/50 Hz).
2) Als de versterker bij een stroomuitval verder
moet werken, sluit u op de klemmen 24 V
dad (plus y menos, esquemas 3 y 4). La conexión
plus de los cables altavoces es siempre marcada
especialmente. Para cada canal, es posible conec-
tar un altavoz monitor 100 V a las bornes MONITOR
(10) para efectuar controles. Las bornes MONITOR
están conectadas en paralelo a las bornes COM y
100 V/42 Ω.
4.1.2 Altavoces 8 Ω o grupos de altavoces con
una impedancia total de 8 Ω
Los esquemas 5 a 8 muestran las diferentes posibi-
lidades para llegar a una impedancia de 8 Ω con
altavoces correspondientes. Conectar los altavoces
para cada zona a las bornes COM y 44 V/8 Ω (9);
respetar la polaridad (conexiones plus y menos
según figs. 5 a 8), la conexión plus de los cables
altavoces es siempre marcada especialmente.
4.2 Entradas
Cada canal puede recibir vía las tomas XLR (14) o
las bornes con tornillo (15) una señal de entrada
distinto. Una señal de entrada puede ser repartida
también en dos canales: apretar la tecla ROUTING
protegidos
1-2 (13), aplicar la señal sólo a una de las dos en-
tradas.
Para un nivel óptimo, una señal de +4 dBu =
1,2 V es necesaria. La fuente debería estar conec-
tada en simétrico con la entrada correspondiente.
Así la mejor supresión de las distorsiones es
obtenida. Si la salida de la fuente es asimétrica (por
ejemplo con tomas RCA), utilizar en caso de cone-
xión vía la toma XLR un adaptador (p. ej. NA-
2MPMF de MONACOR) o conectar la borna
RMS
borna GND en caso de conexión vía las bornes con
tornillo. Conectar la señal al
4.3 Alimentación y alimentación de socorro
1) Finalmente primero conecte el cable de red en-
tregado al jack de red (8) y luego a una toma
(230 V~/50 Hz).
en verbind de massa met GND.
(7)
a la
y la masa a GN.
NL
B
E
13
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

17.0800

Tabla de contenido