TEST PROCEDURE
Belangrijk bij de procedure!
• Meng geen componenten van kits met
verschillende kits of verschillende lotnummers.
• Breng het R1/reagens voor gebruik op
kamertemperatuur (20-25°C).
• Raak het membraan van de testcassettes niet
aan met de pipettip.
• Gebruik bij elke pipetteerstap een nieuwe
pipetpunt.
• Voer de procedurestappen achter elkaar uit
zonderonderbreking.
Test procedure (illustraties op bladzijde 65)
1
Het monster voorbereiden
Voeg 5 μL volbloed toe aan het met R1/reagens voorgevulde cupje. Meng goed. Wacht
minimaal 2 en maximaal 3 minuten.
Opmerking! Breng het R1/reagens vóór gebruik op kamertemperatuur (20-25°C).
2
Opbrengen van het monster
Meng het reactiemengsel (monster) om een homogene suspensie te verkrijgen. Breng 25 μL
van het reactiemengsel aan op een TD/testcassette door de pipet ongeveer 0,5 cm boven de
opbrengplaats te houden. Leeg de pipet snel en gelijkmatig in het midden van de opbrengplaats.
Laat het mengsel volledig in het membraan trekken. Wacht minimaal 10 seconden.
Opmerking! Vermijd luchtbellen.
3
Opbrengen van het R2/wasoplossing
Breng 25 μL R2/wasoplossing aan op de opbrengplaats van de TD/testcassette. Laat de
wasoplossing volledig in het membraan trekken. Wacht minimaal 10 seconden.
Opmerking! Vermijd luchtbellen.
4
Aflezen van het resultaat
Lees het resultaat binnen 5 minuten af met behulp van de NycoCard Reader II. Aanvullende
instructies vindt u in het voorschrift van de NycoCard Reader II.
Monster materiaal
Capillair bloed en veneus bloed kunnen worden
gebruikt. Vermijd het meten van gehemolyseerde
monsters (zie onderdeel "Beperkingen van de
test"). Schud het monster goed door het buisje
8-10 keer om tedraaien alvorens een monster
af te nemen.
NycoCard HbA1c
43