3. MONTAGE-INSTRUCTIES
DRAAI Alle componenten en voorgemonteerde onderdelen GOED
vast!
STAP 1
Bevestig de achterste standaard (J) met twee schroe-
ven (J-4) en twee halfronde ringen aan de hoofdeen-
heid.
STAP 2
1. Trek de bevestigingspin (G-5) uit, draai de houder
in de juiste positie volgens de richting van de pijl
en plaats de bevestigingspin terug op de houder.
2. Schuif het zadel (H) op de geleiderail en monteer
de twee bumperstukken (G-13) aan weerszijden
van de geleiderail met twee schroeven (G-12) en
twee moeren (G-2).
3. Vergrendel het opklapbare koppelstuk met twee
schroeven (F-5) en twee vlakke sluitringen (F-6).
119
NL