Voorbereidingen treffen
voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
tuner/versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (zie blz. 17).
Het geheugen van de tuner/
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker
of wanneer u het geheugen van het apparaat
wilt wissen, gaat u als volgt te werk.
1
Schakel de tuner/versterker uit.
2
Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
Al de volgende onderdelen worden gewist of in
de uitgangsstand teruggesteld:
• Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
• Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
• De klankbeelden die zijn vastgelegd
voor de diverse geluidsbronnen en de
voorkeurzenders verdwijnen uit het
geheugen.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op "MIN".
• De werking van de koelventilator wordt
ingesteld op "FAN ON".
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Alvorens u de tuner/versterker in gebruik neemt,
dient u met de MAIN MENU toets bepaalde
instellingen aan te passen aan de configuratie van
uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare
parameters de tabel op blz. 31. Zie verder blz. 13
t/m 16 voor de luidspreker-instellingen en blz. 25
NL
12
en 26 voor de andere instellingen.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de
mogelijkheid de middenluidspreker tot
ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B) en
de achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
dichterbij (C) uw luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de achterluidsprekers achter
uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden
er naast, afhankelijk van de vorm van uw
kamer, e.d.
Plaats de lagetonen-luidspreker op dezelfde
afstand van uw luisterplaats als de (linker of
rechter) voorluidspreker.
Met de achterluidsprekers naast uw luisterplaats
A
C
Met de achterluidsprekers achter uw luisterplaats
B
A
A
45°
C
90°
20°
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
B
Lagetonen-
luidspreker
A
45°
C
90°
20°
Lagetonen-
luidspreker
C