Veiligheidsinstructies
3.5 Veiligheid van het
apparaat
■
Het apparaat alleen gebruiken
onder de volgende omstan-
digheden:
■
Het apparaat is niet ver-
vuild.
■
Het apparaat vertoont geen
beschadigingen.
■
Alle bedieningselementen
werken.
■
Het apparaat niet overbelas-
ten. Het is voor lichte particu-
liere werkzaamheden be-
doeld. Overbelasting leidt tot
beschadiging van het appa-
raat.
■
Het apparaat nooit gebruiken
met versleten of defecte on-
derdelen. Defecte onderdelen
altijd vervangen door oor-
spronkelijke reserveonderde-
len van de fabrikant. Wanneer
het apparaat met versleten of
defecte onderdelen wordt ge-
bruikt, kan tegenover de fabri-
kant geen aanspraak op ga-
rantie worden gemaakt.
OPMERKING
Reparatiewerkzaamheden
mogen uitsluitend worden
uitgevoerd in de vakhandel
of op onze AL-KO Service-
vestigingen.
442309_a
3.6 Elektrische veiligheid
■
De aansluitstekker van het
apparaat moet in het stop-
contact passen. De stekker
mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen
verloopstekkers samen met
geaarde apparaten. Onge-
modificeerde stekkers en pas-
sende contactdozen vermin-
deren het risico van elektri-
sche schokken.
■
Vermijd lichaamscontact
met geaarde oppervlakken
zoals bij buizen, verwarmin-
gen, fornuizen en koelkas-
ten. Er bestaat een verhoogd
risico op een elektrische
schok wanneer uw lichaam is
geaard.
■
Stel elektrisch gereedschap
niet bloot aan regen of
vocht. Wanneer er water in
het elektrische gereedschap
binnendringt, verhoogt dit de
kans op een elektrische
schok.
47