NL
7.2.2
Oliepeil van de hydraulica controleren
(09, 10)
WAARSCHUWING!
Gevaar voor persoonlijk
letsel als gevolg van
kantelen van het appa-
raat
Een rechtop gezet appa-
raat kan zeer gemakkelijk
kantelen en daarbij ernstig
letsel veroorzaken of be-
schadigd raken.
■
Apparaat altijd met twee
personen rechtop zet-
ten.
■
Rechtop gezet apparaat
altijd vasthouden of be-
veiligen tegen kantelen.
LET OP!
Gevaar voor beschadi-
ging als gevolg van ver-
keerde hydraulische olie
Hydraulische olie met een
verkeerde viscositeitsklas-
se belemmert de juiste
werking van het apparaat
en kan het beschadigen.
■
Uitsluitend hydraulische
olie met viscositeitsin-
dex HLP 46 gebruiken.
OPMERKING
Hydraulische oliepeil altijd controleren
wanneer de stamschuiver is ingescho-
ven.
54
1. Houtkliever kantelen op de wielen, verticaal
plaatsen en vasthouden gedurende het gehe-
le proces.
2. Oliepeilstaaf (09/1) eruit schroeven en afve-
gen met een schone, niet-pluizende doek.
3. Oliepeilstok erin steken tot aan de aanslag
en weer eruit trekken.
■
Het oliepeil moet tussen de markeringen
"min." en "max." staan (09). Indien nodig,
via een trechter (10/2) hydraulische olie
(10/1) bijvullen.
4. Afdichting (09/2) controleren op beschadiging
en indien nodig vervangen.
5. Oliepeilstok weer erin schroeven en slechts
handvast draaien, om schade aan de
schroefdraad van het cilinderdeksel te voor-
komen.
OPMERKING
Een olieverversing is niet nodig.
Onderhoud
LSH 4 | LSH 6