OBJ_DOKU-32907-002.fm Page 45 Monday, May 12, 2014 12:52 PM
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de houder 19 of het statief 22.
Duw voor werkzaamheden met automatisch waterpassen de
aan/uit-schakelaar 7 in de stand „
Door het automatisch waterpassen worden oneffenheden
binnen het zelfwaterpasbereik van ±4° automatisch gecom-
penseerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de laserlijnen
niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, beginnen de laserlij-
nen in een snel ritme te knipperen. Als het geluidssignaal ge-
activeerd is, klinkt maximaal gedurende 30 seconden een ge-
luidssignaal met een snel ritme. Binnen 10 seconden na het
inschakelen is dit alarm gedeactiveerd om het instellen van
het meetgereedschap mogelijk te maken.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht
het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap zich bin-
nen het zelfwaterpasbereik van ±4° bevindt, schijnen de la-
serstralen continu en wordt het geluidssignaal uitgeschakeld.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw genivel-
leerd. Controleer na opnieuw nivelleren de stand van de hori-
zontale en verticale laserlijn in relatie tot de referentiepunten
om fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Duw voor werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
de aan/uit-schakelaar 7 in de stand „
waterpassen uitgeschakeld is, brandt de indicatie 6 rood en
knipperen de laserlijnen gedurende 30 seconden in een lang-
zaam ritme.
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine on-
dergrond plaatsen. De laserlijnen verlopen niet meer noodza-
kelijk loodrecht op elkaar.
Nivelleernauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meetge-
reedschap bovendien indien mogelijk in het midden van het
werkvlak.
Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke
invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen
leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werk-
zaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap.
Controleer altijd eerst de waterpasnauwkeurigheid van de ho-
rizontale laserlijn en vervolgens die van de verticale laserlijnen.
Bosch Power Tools
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 5 meter op
on".
een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op een sta-
tief of plaats het op een vlakke en stabiele ondergrond.
Schakel het meetgereedschap in de functie met automa-
tisch waterpassen in. Kies de functie waarin een horizon-
taal laservlak en een verticaal laservlak frontaal vóór het
meetgereedschap worden voortgebracht.
– Richt de laser op de nabijgelegen muur A en laat het meet-
gereedschap waterpassen. Markeer het midden van het
punt waarop de laserlijnen elkaar bij muur A snijden
(punt I).
on". Als automatisch
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het nivelleren en
markeer het snijpunt van de laserlijnen op de tegenoverlig-
gende muur B (punt II).
– Plaats het meetgereedschap – zonder het te draaien –
dicht bij muur B, schakel het in en laat het nivelleren.
– Stel het meetgereedschap in hoogte zo af (met behulp van
het statief of indien nodig door er iets onder te plaatsen),
A
5 m
A
180°
A
1 609 92A 0KL | (12.5.14)
Nederlands | 45
B
B
B