Starten Van De Motor; Algemene Opmerkingen - KLIPPO Excellent S Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para Excellent S:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 44
INLOPEN EN OLIEVERVERSEN
Een nieuwe motor is reeds correct afgesteid. Het is ver-stan-
dig een nieuwe motor gedurende de eerste vijf draaiuren
niet vol te belasten. Denk eraan na de eerste vijf draaiuren de
olie te verversen (vervangen) en dit daarna iedere vijfentwintig
draaiuren te herhalen.
825 Series-motoren
1. Starten van een koude motor. Zet de gashandel in de
volgasstand (haas). Druk 3 keer zorgvuldig op de primer-
starter (Fig. 4). Deze is geplaatst op de voorzijde. Om een
warme motor te starten is het gebruik van de primer- star-
ter meestalniet nodig.
2. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de veilig-
heidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
3. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor
te doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk zijn
deze procedure enkele keren te herhalen. Indien de motor
desondanks niet aanslat kan een hernieuwde poging
gedaan worden met de gashandel in de station airstand
(schildpad).
675 Series, 700 Series DOV-motoren
1. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de veilig-
heidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
2. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor
te doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk zijn
deze procedure enkele keren te herhalen. Indien de motor
desondanks niet aanslat kan een hernieuwde poging
gedaan worden met de gashandel in de stationairstand
(schildpad).
MODELLEN MET HONDA-MOTOREN
1. Bij het starten van een koude motor zet u de gasschuif in
de chokestand. Schuif deze zo ver mogelijk naar voren.
Open tevens de benzinekraan (achter het luchtfi lter aan
de linkerkant van de motor). Wanneer de motor verzopen
is, probeer dan te starten met de gasschuif in stationair.
(schildpad). Start de motor nog steeds niet, neem dan de
bougie uit en reinig deze van benzine en eventueel vuil. Bij
het starten van een warme motor hoeft de choke normaal
gesproken niet te worden gebruikt.
Met een maaimachine mag nooit over vaste objecten worden
gereden. Controleer altijd eerst of het gazon schoon is van
vreemde voorwerpen zoals b.v. stenen, takken of botten. Pas
ook goed op voor soms deels door het gras moeilijk waar te
nemen obstakels zoals b.v. stalen pijpen (voor de bekende
waslijn) of omhoog liggende tegels. Markeer deze plekken.
Bedien de machine op verant-woorde wijze, kom nooit met
handen of voeten in de buurt van draainde messen. Laat nooit
een machine met draainde motor (en messer!) onbeheerd
staan. Zorg dat kinderen zich niet in de onmiddelijke nabijheid
van een draaiende machine ophouden. Denk er ook aan dat
zelfs indien de motor net is uitgezet de uitlaat nog altijd heet
is. Neem de cantactsleutel eruit (bij elektrisch gestarte model-
len) als de machine niet gebruikt wordt.
MAAITIPS
Experts zijn het ermee eens dat het beste maairesultaat wordt
bereikt indien niet meer dan éénderde deel ineens van de
graslengte wordt gemaaid. Dit stumuleert de groei en geeft
een sterker en groener gazon. Maai vaak. Twee maai-
beurtenper week is een goed germiddelde. Probeer zoveel
mogenlijk te maaien als het gras droog is. Daardoor wordt
BENZINE
Gebruik loodvrije 95 oktaan benzine. Zet de motor af vóórdat
U benzine vult. Vul de tank niet geheel tot aan de rand maar
tot ca. 6 mm. daaronder. Laat de machine tijdens de winter
niet staan met benzine erin. Dit kan in het voorjaar zorgen
voor startproblemen.

Starten van de motor

2. Tijdens starten en ook tijdens het maaien moet de veilig-
heidsbeugel in werkstand staan (Fig. 5b).
3. Geef nu een forse ruk aan de starterknop om de motor
te doen aanslaan. Bij koud weer kan het noodzakelijk zijn
deze procedure enkele keren te herhalen. Indien de motor
desondanks niet aanslat kan een hernieuwde poging
gedaan worden met de gashandel in de stationairstand
(schildpad).
COMET SE
Bij een nieuwe machine kan het zijn dat eerst de batterij moet
worden opgeladen omdat deze nog niet voldoende stroom
levert in dat geval. Zie onder batterij laden. Machines met
elektrische start zijn daarnaast meestal ook voorzien van de
standard handstarter.
ELEKTRISCHE START
(voor het starten de batterykabels aansluiten)
Volg bovenstaande startprocedure volgens punt 1 en 2 en
draai dan de contactsleutel rechtsom om te starten tot de
motor aanslaat, laat daarop de sleutel los (Fig. 6). Normale
werkstand is gelijk aan volgas, (soms afgebeeld door een
haas). Start nooit langer dan 5 sekonden achtereen. Indien
de motor na 3 pogingen nog niet aanslaat kan de procedure
worden herhaald met de gashandel in de positie "slow"
(schildpadafbeering).
STOP
Deze machine wordt gestopt door het loslaten van de-
veiligheidsbeugel (fi g. 5b). Als u alleen de aan-drijving wilt
uitschakelen terwijl de motor door moet blijven draaien dan
kunt u alleen de veiligheidsbeugel iets laten zakken totdat de
machine stil staat. Als u de aandrijving weer wilt inschakelen,
druk dan de trans-missiehandel naar voren (Fig. 5c).

Algemene opmerkingen

een betere grasspreiding verkregen en machines met een
grasvanger hebben dan geen problemen met et hetopvangen
van het gras. Indien het gras door omstandigheden een keer
erg lang is geworden is het raadzaam omeerst een keer in de
hoogste stand en daarna een keer in de gewenste stand te
maaien.
Controleer de maaimesjes regelmatig. Zÿn de mesjes bot dan
wordt het gras ongelÿk gemaaid en de snÿoppervlakte geel.
VOORDELEN VAN VOORWIELAANDRIJVING
De maaimachine is uitsluitend te manouvreren. Vele hande-
lingen zoals b.v. stoppen, draaien en werken langs bomen
kunnen ook geschieden wanner U door de stuurboom iets
naar beneden te duwen de aangedreven voorwielen net iets
boven de grond laat draaien. In dat gevallen behoeft de wiela-
andrijving niet te worden uitgeschakeld. De machine kan met
uitge-schakelde wielaandrijving overigens ook als duwmaaier
worden gebruikt.
33
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido