E.
Monitorfunctie activeren/deactiveren
Ontvangt alle signalen van een kanaal gedurende slechte overdracht.
1.
Druk de MENU-toets in.
2.
Druk op de +/–-toetsen totdat de tekst Mon op het display verschijnt. Druk
vervolgens op de toets
3.
Druk op de MENU-toets om de monitorfunctie te deactiveren en naar het
hoofdmenu terug te keren.
F.
Oproepsignalen selecteren
1.
Druk de MENU-toets in.
2.
Druk op de +/–-toetsen totdat de tekst CALL op het display verschijnt. Druk
vervolgens op de toets
3.
Druk op de +/–-toetsen om het gewenste oproepsignaal (01-05) te
selecteren. U kunt de oproepsignalen in elke selectie beluisteren.
4.
Met de
toets bevestigt u uw keuze en keert u terug naar het hoofdmenu.
Opmerking: Standaard is oproepsignaal 01 ingesteld.
G. Toetstonen selecteren
1.
Druk de MENU-toets in.
2.
Druk op de +/–-toetsen totdat de tekst KB op het display verschijnt. Druk
vervolgens op de toets
om te bevestigen.
3.
Druk op de +/–-toetsen om tussen ON of OF te wisselen en deze functie te
activeren/deactiveren.
4.
Met de
toets bevestigt u uw keuze en keert u terug naar het hoofdmenu.
Opmerking: Standaard zijn de toetstonen op ON ingesteld.
H. Roger-piep selecteren
Als een andere deelnemer de Roger-piep-functie geactiveerd heeft, kan de
gebruiker een afsluittoon (Roger-piep) horen als het gesprek beëindigd is.
1.
Druk de MENU-toets in.
2.
Druk op de +/–-toetsen totdat de tekst R op het display verschijnt. Druk
vervolgens op de toets
3.
Druk op de +/–-toetsen om tussen ON of OF te wisselen en deze functie te
activeren/deactiveren.
4.
Met de
toets bevestigt u uw keuze en keert u terug naar het hoofdmenu.
Opmerking: Standaard is de Roger-piep op ON ingesteld.
I.
Muggenafweerfunctie activeren/deactiveren
In de muggenafweerfunctie zendt het apparaat een continue toon om muggen te
om de monitorfunctie te activeren.
om te bevestigen.
.
om te bevestigen.