Inleiding
Met het apparaat meet u met een druk op de knop
oppervlaktemperaturen.
De geïntegreerde laser helpt u bij het richten op het
meetobject.
De achtergrondverlichting en het functionele design
maken een gemakkelijke meting mogelijk.
Het apparaat kan de temperatuur van een voorwer-
poppervlak contactloos meten, wat met een conven-
tionele methode (contact) tot nu toe niet mogelijk
was.
Het apparaat is ook ideaal voor temperatuurmeting
van roterende of onder spanning staande delen.
Aanwijzing
Voor de meting van glanzende of ge-
polijste metaaloppervlakken (edelstaal,
aluminium etc.) wordt het apparaat
zonder de juiste voorbehandeling niet
aangeraden. Zie punt "Emissiegraad".
Met dit apparaat kunnen geen metingen door
transparante oppervlakken heen, bijv. glas, worden
uitgevoerd, want daarbij wordt alleen de oppervlak-
temperatuur van het glas gemeten.
Door damp, stof, rook etc. kan de meetnauwkeurig-
heid worden beïnvloed.
Bediening
Functie MODE-knop
Met de MODE-knop [18] kunt u de afzonderlijke
menupunten selecteren.
Indien u de MODE-knop [18] nogmaals indrukt,
komt u telkens in het volgende menupunt terecht. De
afbeelding toont de menupunten van de MODE-
functie.
EMS adjustment
LOCK on/off
HAL on/off
HAL adjustment
LOW on/off
LOW adjustment
EMS-afstelling:
De emissiegraad (EMS) kan digitaal van 0,10 tot
1,0 worden ingesteld.
LOCK aan/uit:
De blokkeermodus is vooral dan te gebruiken,
wanneer de temperatuur constant gemeten moet
worden.
Voor het in- resp. uitschakelen, de knop om-
■
hoog [19] resp. knop omlaag [17] bedienen.
De trekker [4] bedienen, om de blokkering te
■
bevestigen. De apparaat geeft de tempera-
tuur dan permanent aan, totdat de trekker [4]
opnieuw wordt bediend.
Bedien de knop omhoog [19] resp. knop
■
omlaag [17] in de blokkeermodus, om de emis-
siegraad in te stellen.
HAL (LOW) aan/uit:
Voor het in- resp. uitschakelen, de knop om-
■
hoog [19] resp. knop omlaag [17] bedienen.
De trekker [4] bedienen, om de alarmmelding
■
High (Low) te bevestigen.
HAL (LOW) afstelling:
De alarmmelding kan voor het totale meetbereik
worden ingesteld.
37