Storingen oplossen
Storing/probleem
Op het display (1) staat ‚---' .
Op het display (1) staat ‚Er1' .
Op het display (1) staat ‚Er2' .
Op het display (1) staat ‚Er3' .
Led ‚Error' (11) brandt
Accu laadt niet op
Opladen duurt lang
Accuspanning te laag
Mogelijke oorzaak
Geen accu aangesloten.
Accuspanning onder 0,5 V.
Niet-geschikte accu aangesloten.
Defecte accu aangesloten.
De accu kon niet binnen 24 uur volledig
worden opgeladen.
Accu verkeerd aangesloten.
Verkeerde accuspanning
(6V / 12V) geselecteerd.
Geen netspanning aanwezig, oplader
niet ingeschakeld.
Bij zeer lage temperaturen (onder
0 º C) wordt alleen met een zeer
kleine laadstroom geladen. Daardoor
duurt het opladen langer. Als de accu
opwarmt, wordt de laadstroom daaraan
aangepast.
Te grote accu-capaciteit voor de gebru-
ikte oplader.
Accu niet lang genoeg opgeladen.
Oplossing
Accu aansluiten (zie ‚Apparaat aanslui-
ten'). Accu opladen niet mogelijk.
Alleen geschikte accu's aansluiten (zie
‚Correct gebruik').
Accu milieuvriendelijk afvoeren.
Controleer of het juiste laadniveau is
ingesteld.
Accu defect. Accu milieuvriendelijk
afvoeren.
Oplader uitschakelen en de aansluitin-
gen controleren.
Apparaat uitschakelen en wachten tot
de leds niet meer branden. Dan het
apparaat weer inschakelen en de juiste
accuspanning instellen.
Zorg ervoor dat de stekker van de
oplader in een 230V-stopcontact is
gestoken. Evt. ook accu defect.
Accu onder normale omstandigheden
opladen.
Explosiegevaar!
Geen bevroren accu opladen.
Geschikte oplader gebruiken.
Zorg ervoor dat de accu lang genoeg
wordt opgeladen.
Battery Charger BC710, BC715
NL
97