Installatie
Dit apparaat mag nooit dicht bij warmtebronnen worden
geïnstalleerd, bv. verwarmingselementen of kooktoestellen,
noch op vochtige plaatsen.
Vraag één of twee andere personen om hulp bij het installeren
van dit apparaat. Dit apparaat kan scherpe randen hebben.
Draag PBM die geschikt zijn voor de taak en het milieu.
• Om ervoor te zorgen dat het apparaat waterpas staat, moet
u gebruik maken van de in hoogte instelbare pootjes aan de
voorkant van het apparaat.
• Het koelsysteem aan de achterkant van het apparaat mag de
achterwand niet raken. Hoe groter de ruimte, hoe beter.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd met voldoende
ventilatie. Zorg ervoor dat er boven het apparaat ruimte is om
lucht te laten te ontsnappen en dat er ruimte is tussen de
achterkant van het apparaat en de wand.
Installeer dit apparaat op een plaats waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die
vermeld staat op het typeplaatje van het apparaat:
•
Uitgebreid gematigd (SN): "dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 10 °C tot 32 °C"
•
Gematigd (N): "dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen van
16 °C tot 32 °C"
Subtropisch (ST): "dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen
•
van 16 °C tot 38 °C
Tropisch (T): "dit koelapparaat is bedoeld voor gebruik bij omgevingstemperaturen van
•
16 °C tot 43 °C"
115
NIET MEER DAN 40° KANTELEN