Tractel FABA 514208 Manual De Empleo Y De Mantenimiento página 31

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 33
NL
Gebruik
Gebruik de opvangwagen
alleen in originele FABA™
installaties.
Let er vóór het klimmen altijd op dat
de karabijnhaak van de opvangwa-
gen correct in het borstoog van de
opvanggordel ingehaalt, gesloten en
geborgd is.
De gebruiker moet zijn opvanggordel
(EN 361) zo strak mogelijk om het
lichaam dragen. Gebruik geen op-
vanggordels met elastische banden.
Gaat de gordel tijdens het op- en
afklimmen los zitten, dan moet deze
vanuit een beveiligde positie opnieuw
correct worden ingesteld.
Men moet heel voorzichtig zijn
bij omgevings- en weersom-
standigheden waarbij veilig
klimmen niet gegarandeerd is. On-
der andere sneeuw/ijs, spanning-
voerende delen en andere invloeden
behoren hiertoe. Het is ook niet voor
gebruik in explosieve zones geschikt.
De vrije valruimte onder de
voeten van de gebruiker moet
mimi maal 2,00 m bedragen.
Binnen de eerste twee meter is de
gebruiker in som mige gevallen niet
beveiligd tegen het op de grond val-
len, vandaar dat bij het klimmen en
dalen bijzonder voorzichtig te werk
gegaan dient te worden!
Wanneer de vangwagen van
de vang gordel losgemaakt of
uit de veiligheidsrail gehaald
moet worden (bijv. voor het verlaten
van de klim beveiligingsinstallatie
bij afneem bare blokkeringen), dan
moet de gebruiker zich van tevoren
beslist op andere wijze tegen vallen
beveiligen (bijv. aanslaan met een vei-
ligheidskabel met valdemper) of door
zich op een tegen vallen beveiligde
staanplaats te bevinden!
1. De klimweg omhoog- resp. omlaag-
gaan, de FABA™-vangwagen loopt
in het profi el van de veiligheidsrail en
begeleidt de gebruiker zonder dat een
handmatig ingrijpen noodzakelijk is,
omhoog en omlaag.
2. Bij de vangwagen FABA-Klassik A11
is het nood zake lijk, dat de gebruiker
dichtbij de ladder omhoog klimt. Wan-
neer hij "naar achteren leunt" heeft
dat onmiddellijk de vergrendeling van
de vangwagen in de veiligheidsrail ten
gevolge.
3. De opvangwagen wordt in de vei-
ligheidsrail geplaatst en beveiligt de
gebruiker in combinatie met de op-
vanggordel tegen een val alleen tijdens
en klimmen of afdalen. Tijdens de uit-
voering van werkzaamheden of tijdens
rustpauzes moet de gebruiker zich extra
beveiligen met daardoor bestemde,
toegelaten aanslagmiddelen. Daarbij
dient men erop te letten dat deze extra
beveiliging altijd strak moet zijn.
4. Wanneer de vangwagen vrij hangend
in de veiligheidsrail wordt achtergelaten,
moet de vangwagen worden beveiligd
tegen omlaag doorglijden (bijvoorbeeld
met een bandlus).
De vangwagen mag bij het
klimmen niet met de hand
vastgepakt worden of geleid
worden. Handmatige ingrepen
kunnen de veilige werking van het
remmechanisme beïnvloeden.
5. Neem de opvangwagen na gebruik
uit de veiligheidsrail en berg hem op een
schone en droge plek op.
31
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Faba 514218

Tabla de contenido