MN007428A01-AA
Hoofdstuk 6: Geavanceerde portofoonconfiguratie
Hoofdstuk 6
Geavanceerde portofoonconfiguratie
Met de geavanceerde portofoonconfiguratie kunt u instellingen configureren vanuit een
voorgeprogrammeerde lijst zonder een computer te gebruiken.
In de modus Advanced Configuration Mode (Geavanceerde configuratiemodus) kunt u de volgende
instellingen aanpassen:
•
Kanalen
•
Frequenties
•
Codes (CTCC/DPL)
Met de functie Frequenties kunt u frequenties selecteren voor elk kanaal. De functie Codes helpt
interferentie te minimaliseren door middel van een reeks codecombinaties voor het filteren van statisch
geluid, ruis en ongewenste berichten.
6.1
De modus voor geavanceerde portofoonconfiguratie instellen
Eerste vereisten:Schakel de portofoon uit.
Procedure:
1 Druk tegelijkertijd op de knop PTT, + en de aan/uit-knop en houd deze drie tot vijf seconden
ingedrukt totdat u een geluid en de spraakopdracht Programming Mode (Programmeermodus)
hoort.
Het LED-lampje knippert groen.
2 Druk op de knop Menu om de instellingen te selecteren die u wilt wijzigen.
De volgende instellingen kunt u wijzigen:
•
Kanaal
•
Frequentie
•
Code
De spraakmeldingen geven de menu-items en hun huidige instellingen aan.
3 Druk op + of - als u de instelling wilt wijzigen.
4 Als u de nieuwe instellingen wilt accepteren, drukt u op de PTT-knop.
KENNISGEVING: Een korte pieptoon bevestigt dat de instellingen zijn opgeslagen.
5 Druk op de knop Menu om naar de volgende menuoptie te gaan.
6 Als u de modus Advanced Radio Configuration (Geavanceerde portofoonconfiguratie) wilt
afsluiten, houdt u de PTT-knop ingedrukt totdat u een geluid hoort.
36