3.3 - GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
De afstandsbediening die bij de klimaatregelaar geleverd is, is
een instrument dat u in staat stelt het apparaat op een zo com-
fortabel mogelijke manier te gebruiken.
Dit instrument moet zorgvuldig worden gehanteerd:
• Maak het niet nat (reinig het niet met water en stel het niet aan
weersinvloeden bloot).
• Laat het niet op de grond vallen of hard stoten.
• Stel het niet bloot aan direct zonlicht.
• De afstandsbediening werkt met infrarood.
• Zorg er tijdens het gebruik voor dat tussen de afstandsbediening en de klimaatregelaar geen
obstakels aanwezig zijn.
• Als in de ruimte andere apparaten met een afstandsbediening gebruikt worden (tv, stereo-instal-
laties, enz.) kunnen storingen optreden.
• Elektronische en fluorescentielampen kunnen de verzending tussen de afstandsbediening en de
klimaatregelaar storen.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening als deze lange tijd niet zal worden gebruikt.
3.3.a - De batterijen plaatsen
De batterijen voor de stroom maken deel uit van de levering.
Om de batterijen correct te plaatsen:
a.Verwijder het klepje van het batterijvak (Afb.18).
b. Breng de batterijen in het batterijvak aan (Afb.18).
Houd u nauwgezet aan de polariteit die op de bodem van het batterijvak is aangegeven.
c. Sluit het klepje goed af (Afb.19).
3.3.b - Vervanging van de batterijen
De batterijen moeten vervangen worden wanneer de icoon
Gebruik altijd nieuwe batterijen.
Als oude batterijen worden gebruikt of batterijen van een ander type kan dit een slechte
werking van de afstandbediening veroorzaken.
- Voor de afstandsbediening zijn twee droge alkalinebatterijen vereist van 1,5V (AAA) (Afb.18).
Uitgeputte batterijen moeten samen worden verwijderd en worden ingeleverd bij
erkende afvalinzamelbedrijven of in overeenstemming met de plaatselijke voor-
schriften worden afgevoerd.
• Als u de afstandsbediening enkele weken of meer niet gebruikt, de batterijen verwijderen.
Batterijlekken kunnen de afstandsbediening beschadigen.
De batterijen niet laden of demonteren. De batterijen niet in het vuur werpen.
Ze kunnen branden of ontploffen.
NL - 16
(D12) op het display weergegeven wordt.