5. ONDERHOUD EN VERZORGING
de
Na elk gebruik moet een visuele controle worden verricht.
en
Vuil moet worden verwijderd met een vochtige doek. Het reddingsapparaat mag
niet in contact komen met zuren of logen. Als dit onvermijdelijk is, moet het appa-
fr
raat onmiddellijk daarna worden gereinigd.
Eens per jaar moet de apparatuur worden geïnspecteerd en deze jaarlijkse inspec-
es
tie moet worden gedocumenteerd. Deze jaarlijkse inspectie moet worden uitge-
voerd door een gekwalificeerd persoon.
pt
Eens per drie jaar of bij twijfel over de veiligheid moet een functie- en belastings-
it
test worden uitgevoerd. Alleen door LUKAS goedgekeurde testmiddelen mogen
worden gebruikt. Neem ook de toepasselijke nationale en internationale voorschrif-
nl
ten voor de onderhoudsintervallen van reddingsapparaten in acht.
da
5.1 Reparatie
Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door LUKAS of een door LUKAS
sv
opgeleide persoon. Neem hierbij de aanwijzingen in de onderdelenlijsten in acht.
fi
5.2 Garantie
el
Als storingen niet kunnen worden verholpen, moet een LUKAS-dealer of de LUK-
AS-klantenservice worden ingelicht! Het adres vindt u op de laatste pagina van de
pl
handleiding.
cs
sk
hu
ro
bg
sl
hr
et
lv
lt
zh
ko
ja
ar
82