5. WAARSCHUWING: Om ze te gebruiken voor kinderen vanaf de
geboorte tot ongeveer 6 maanden moeten de schouderbanden
worden gebruikt door ze eerst door twee afstellussen te halen
(Fig. 5) en moet de buikriem door de verticale lussen (Fig. 5A)
worden gehaald.
6. Zet het kind in de wandelwagen, doe hem de veiligheidsgordels
om (afb. 6) en steek eerst de twee gesptongen (A) door de gesp
van de schouderbanden (B) en dan in de gesp van het tussen-
beenstuk (C); regel de hoogte van de schouderriemen zodanig
dat ze op de schouders van het kind rusten (fig.6A).
Zorg ervoor dat de gordels altijd correct zijn vastgemaakt. Druk op
de zijtongen (A) en trek eraan, om de gordel los te maken.
WAARSCHUWING: om de veiligheid van uw kind te garanderen
moeten de veiligheidsgordels altijd worden gebruikt.
Om te controleren of de gordels goed zijn bevestigd, trekt u hard
aan het uiteinde van de gordels als het kind in het stoeltje zit en
is vastgezet.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan in verschillende standen afgesteld worden.
7. Gebruik de band op de rug om de rugleuning achterover te leu-
nen; druk op de twee zijden van de klem en stel de helling in op
de gewenste positie (Fig. 7). Om de rugleuning omhoog te bren-
gen, drukt u op de tang en trekt u de riem naar beneden (Fig. 7A).
WAARSCHUWING: Met het gewicht van het kind kunnen deze
handelingen moeilijker zijn.
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met dubbele remmen, waardoor met
de steunbuis tegelijkertijd op beide achterwielen wordt geremd.
8. Duw het pedaal in het midden omlaag om de wandelwagen af
te remmen (fig. 8). Om het remsysteem te deblokkeren drukt u het
pedaal in de andere richting (Fig. 8A).
ZONNEKAP
De kap is reeds op de wandelwagen aangebracht.
9. Om de kap te openen en af te stellen gebruikt u het voorste
boogje (fig. 9). De kap is voorzien van een afneembaar vizier.
DE BEKLEDING VAN DE WANDELWAGEN NEMEN EN AAN-
BRENGEN
Om de bekleding van het zitje te verwijderen volgt u de stappen die
hierna worden beschreven:
10. Haal de klittenband en alle drukknopen los waarmee de rugleu-
ning aan de kap is bevestigd (Fig. 10). Verwijder aan beide zijden
de bandjes van de plastic bevestigingen die de rugleuning aan
de greep van het frame bevestigen (Fig. 10A).
11. Verwijder de klittenband aan beide zijden van het zitje (Fig. 11)
en verwijder het stoffen lipje van de plastic ring op de structuur
(Fig. 11A). Doe dit aan beide zijden van de wandelwagen.
12. Maak de twee klittenbandriemen aan de achterkant van de stoel
los waarmee deze aan de metalen stang vastgemaakt is (Fig. 12).
Maak de gordel onder de stoel los (Fig. 12A) en verwijder het
voorste deel van de stoel (Fig. 12B).
13. De kap kan verwijderd worden: open de ritssluiting waarmee
de buis over de rugleuning gewikkeld is (Fig. 13) en verwijder
het boogje van het gewricht waaraan deze is bevestigd door
aan beide zijden op het in figuur 13A aangegeven punt te druk-
ken en tegelijkertijd omhoog te trekken. Rond de handeling af
door de twee knopen aan de achterkant van de rugleuning los
te maken.
Om de wandelwagen weer te bekleden voert u dezelfde handelin-
gen in omgekeerde volgorde uit.
WAARSCHUWING: controleer regelmatig de spanning van de
riem onder de zitting (afb. 12A).
Als de riem loszit, moet u hem vasttrekken.
DE WANDELWAGEN DICHTKLAPPEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het kind en
eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden.
Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van
de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het
kind.
Voordat u de wandelwagen sluit, controleert u ook dat de bood-
schappenmand leeg is.
De wandelwagen is voorzien van een sluitsysteem dat met een
hand kan worden bediend.
14. Om de wandelwagen dicht te klappen duwt u de schuifknop A
naar links en drukt u tegelijkertijd op de knop B (fig. 14); druk de
greep omlaag en de wandelwagen gaat automatisch dicht. De
wandelwagen wordt automatisch vergrendeld in de gesloten
stand. De gesloten wandelwagen blijft rechtop staan (Fig. 14A-
B). De gesloten wandelwagen kan nog minder ruimte innemen
door de bumper bar naar de greep te draaien (Fig. 14C).
ACCESSOIRES
WAARSCHUWING: Het kan zijn dat de vervolgens beschreven
accessoires bij enkele uitvoeringen van het product niet aanwezig
zijn. Lees de instructies betreffende de accessoires die aanwezig zijn
bij de door u gekochte uitvoering aandachtig door.
KIT SCHOUDERBESCHERMSTUKKEN EN TUSSENBEENSTUK
De wandelwagen is uitgerust met gestoffeerde schouderbe-
schermstukken en een zacht tussenbeenstuk die de veiligheid en
het gemak van het kind verzekeren.
15. Steek de schouderriemen in de beschermstukken (Fig.15) en
steek de tussenbeenstuk door de wattering (Fig. 15A).
WAARSCHUWING: Regel zo nodig de breedte van de buikgordel
door middel van de gespen.
WAARSCHUWING: Om de veiligheid van uw kind te garanderen
moeten de veiligheidsgordels altijd worden gebruikt.
REGENHOES
16. Wikkel de bandjes om de buizen van de wandelwagen op de in
afbeelding 16 aangegeven plaatsen om de regenhoes te beves-
tigen (doe dit aan beide zijden van de wandelwagen).
Laat de regenhoes na het gebruik aan de lucht drogen als ze nat is.
WAARSCHUWING: De regenhoes mag niet zonder kap op de wan-
delwagen worden gebruikt, omdat het kind hierdoor kan stikken.
WAARSCHUWING: Laat de wandelwagen, wanneer de regenhoes
is aangebracht, nooit met het kind in de zon staan vanwege gevaar
voor oververhitting.
GARANTIE
Het artikel valt onder garantie tegen elke non-conformiteit bin-
nen de normale gebruiksomstandigheden zoals voorzien in de
gebruiksaanwijzingen. De garantie is dus niet geldig in geval van
schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, slijtage of toevallige
gebeurtenissen. Voor de duur van de garantie inzake non-confor-
miteit verwijzen we naar de specifieke richtlijnen en de nationale
normen die van toepassing zijn in het land van aankoop, indien
deze voorzien zijn.
33