3. De accu aan uw tailleband of broekzak klemmen.
a. Bevestig de kabel van de lamp met de kleine elastische riem aan het montuur van de loepen.
b. Bevestig de kabel van de lamp met de shirtklem aan de gewenste plaats op uw shirt of labjas.
c. Verwijder de batterij uit de oplader en schuif deze in de accu. De batterij moet veilig op zijn plaats
vastklikken.
4. Schakel de lamp in met de aan-uitschakelaar.
a. U kunt de intensiteit van de lamp aanpassen met de bedieningsknop voor de intensiteit.
5. De richting van de LED-bundel aanpassen.
a. Gebruik de meegeleverde Philips-schroevendraaier om de twee kleine schroeven naar wens vast of
los te draaien als u de lamp strakker of losser wilt aandraaien om zo de positie te wijzigen.
Bedieningsomgeving:
•
10-30 °C (50-86 °F)
•
95% relatieve vochtigheid of lager
•
70-106 kPa
Transport/opslag:
•
0-40 °C (32-104 °F)
•
95% relatieve vochtigheid of lager
•
70-106 kPa
Technische gegevens:
Hoofdlampsysteem: Intern gevoed met oplaadbare lithium-ionaccu Solaris (LED2-BP) van 7,2 V DC,
2500 mAh: 730 mA
Voeding: 100-240 V~, 50-60 Hz, 0,5 A
Waarschuwingen
Batterij
•
Controleer de batterijen voorafgaand aan het gebruik.
•
Controleer of de behuizing niet is beschadigd als de batterij is gevallen of een mechanische schok
heeft gekregen.
•
Beschadigde batterijen mogen niet worden gebruikt.
•
De elektrolyt in de lithiumcellen kan irritatie van de luchtwegen, de ogen en de huid veroorzaken.
Daarnaast kan celontluchting leiden tot luchtverontreinigingen, waaronder corrosieve en
ontvlambare dampen. Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om blootstelling aan de
elektrolytdamp te beperken.
Lamp
•
Schakel de lamp uit als deze niet wordt gebruikt. De behuizing van de lamp kan heet worden.
•
Gebruik de LED-lamp niet bij een omgevingstemperatuur van meer dan 35 °C (95 °F).
•
Houd de voorzijde van de lamp altijd op een afstand van ten minste 15 cm (6 inch) van de huid en
oppervlakken die worden belicht tijdens het gebruik van de lamp.
•
Schijn niet met de lamp in de ogen van de patiënt.
•
Schijn niet met de lamp op brandbare materialen.
•
Laat de lamp niet in aanraking komen met de patiënt.
•
Gebruik een uithardfilter tijdens het werken met harsen die met licht worden uitgehard.
Opladen
•
Controleer de oplaadlampjes tijdens het opladen van de batterij om er zeker van te zijn dat de batterij
wordt opgeladen.
•
Raak de oplader (als die is aangesloten) en de patiënt niet tegelijkertijd aan.
•
Laad de batterijen uitsluitend op met het meegeleverde oplaadstation. Li-ionbatterijen kunnen
gevaarlijk zijn en zelfs exploderen als ze onjuist worden opgeladen. De batterijen zijn ontworpen voor
opladen met het meegeleverde oplaadstation.
•
Plaats de batterijlader niet zodanig dat deze moeilijk uit het stopcontact kan worden gehaald.
NL – NEDERLANDS
23