Aansluitingen
Bij aansluiting van het achterdisplay
De navigatie-eenheid
Geel
(REAR MONITOR OUTPUT)
Tijdens het gebruik van een achterdisplay dat op de achter video-uitgang is aangesloten
Plaats het achterdisplay NOOIT zo dat de bestuurder de videobron kan bekijken tij-
dens het rijden.
De achter video-uitgang van dit navigatiesysteem is voor de aansluiting van een display
zodat de passagiers op de achterbank de videobron kunnen bekijken. U kunt via "AV Source
Menu" de achterschermmodus instellen. (Zie de handleiding voor meer informatie.).
Opmerkingen:
• De kaartnavigatiebeelden op het display achter wijken af van de beelden van het standaard
NTSC-formaat. Daarom hebben zij een slechtere kwaliteit dan de beelden die op het display
voor verschijnen.
• Het navigatiesyteem schakelt automatisch tussen de kleurensystemen (NTSC, PAL, SECAM)
voor elke video en stuurt de videosignalen naar het "Achterdisplay". Om ervoor te zorgen dat
het "Achterdisplay" de juiste videosignalen ontvangt, adviseren wij een "Achterdisplay" te
gebruiken met een functie die automatisch tussen de kleursystemen schakelt (bijv. AVD-
W1100V).
17
23 cm
RCA kabels
(afzonderlijk verkrijgbaar)
RCA connector 2
15 cm
Rood, wit
(REAR MONITOR OUTPUT)
Naar audio-ingangen
Naar video-ingang
Achterdisplay met RCA
ingangsaansluitingen