te geven dat er automatisch een lichte stimulus
wordt uitgeoefend op het gebitselement. Als
de patiënt aangeeft dat de stimulus te voelen
is, moet de metalen aardingsklem worden
losgelaten, waarna het testen direct wordt
gestopt. Het scherm bevriest en de eindwaarde
blijft ongeveer 14 seconden zichtbaar, zodat hij
kan worden opgeschreven. Daarna schakelt het
apparaat zichzelf automatisch uit.
6. De maximale stimuluswaarde is 64. Zelfs als
er op dit niveau geen reactie komt, kan het nog
altijd zijn dat het gebitselement vitaal is. Als er
bij deze waarde geen gevoel is, dan kan dat
gewoon betekenen dat het gebitselement op dat
moment niet reageert, bijvoorbeeld door trauma.
Aangezien is gebleken dat gebitselementen nog
vele dagen na een uitgelezen 'niet-vitale' waarde
kunnen herstellen van traumatisch letsel, is er
na de eerste test vrijwel altijd nog een test nodig.
Als de uitslag gedurende meerdere bezoeken
gelijk blijft, kan ervan worden uitgegaan dat
een gebitselement niet vitaal is. Deze conclusie
moet echter wel worden bevestigd met behulp
van een andere aanvaardbare methode van
endodontisch testen.
7. Ter bevestiging van de diagnose moet een
corresponderend controle-gebitselement in
dezelfde kaakboog worden getest. Vergelijk
hierbij een molaar met een molaar, een
premolaar met een premolaar, een hoektand
met een hoektand en een snijtand met een
snijtand. Als dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld
doordat er gebitselementen ontbreken of
volledig zijn bedekt met een restauratie, kies
dan een vergelijkbaar gebitselement uit de
tegenoverliggende kaakboog.
KLINISCHE OBSERVATIES
• Het is niet mogelijk om een 'tabel met normale
waarden' op te stellen voor de uitslagen bij het
testen van de pulpa, aangezien ER BIJ HET
TESTEN VAN DE PULPA GEEN 'NORMALE
WAARDEN' VOORKOMEN. De tandarts
moet achter elkaar vergelijkingen maken
tussen het onderzochte gebitselement en het
controlegebitselement, gedurende meerdere
opeenvolgende bezoeken aan de praktijk, en
daarbij kijken hoe de waarden na verloop van
tijd veranderen. Door gebruik te maken van
elektrische testmethodes voor het bepalen van
de vitaliteit van de pulpa, samen met alle andere
beschikbare diagnostische informatie, is het
vaak mogelijk om te bepalen hoe de vitaliteit
van het gebitselement zich zal ontwikkelen.
Op die manier kunnen tandartsen op basis
van goede informatie de beslissing nemen of
er een endodontische ingreep nodig is, of dat
het verstandiger is om rustig te kijken en af te
wachten hoe een en ander verloopt.
• Er zijn algemene anatomische trends ten aanzien
van de uitslagen van pulpavitaliteitstests.
Voor posterieure gebitselementen is vaak
een sterkere stimulus nodig dan voor
anterieure gebitselementen, waarschijnlijk
omdat het glazuur en dentine van posterieure
gebitselementen dikker zijn. Voor glazuur is
een grotere stimulus nodig dan voor dentine of
cement, aangezien hierin meer niet-geleidende
mineralen voorkomen en glazuur minder
wat bevat. Vergelijkbare gebitselementen
uit verschillende tandbogen hebben een
vergelijkbare drempel voor de stimulus.
• De stimulusdrempel kan ook worden beïnvloed
door factoren als leeftijd, geslacht, vroegere
pijnhistorie van een patiënt, omvang van de
pulpakamer, trauma, pathologie en het gebruik
van geneesmiddelen die wel of niet op recept
verkrijgbaar zijn of van het gebruik van illegale
drugs.
• De Parkell Digitest 3 moet worden gebruikt in
combinatie met andere diagnostische tests,
zoals röntgenfoto's, temperatuurtests, percussie
etc. om de vitaliteit van de pulpa van een
gebitselement te kunnen vaststellen.
PROBLEMEN OPLOSSEN VAN
DE PULPAVITALITEITSTESTER
DIGITEST 3
■ Het scherm gaat niet aan als de knop wordt
ingedrukt.
• De batterij is bijna leeg of leeg – batterij moet
worden vervangen.
• Het apparaat is beschadigd – apparaat moet
worden gerepareerd.
• De aardingsdraad wordt niet gebruikt.
■ De sonde zit los of draait rond in de
aansluiting van de voedingseenheid.
• De basis van de sonde zit te los — pas de
basis aan met een schroevendraaier (zie
afbeelding 2).
■ Bij de vitaliteitstest treedt er bij de weergave
van de waarde '64' geen respons op.
• Het gebitselement is niet-vitaal.
• De sonde maakt geen goed contact met
het gebitselement – breng tandpasta op de
sonde aan en plaats hem opnieuw op het
gebitselement.
• De aardingsklem en de draadassemblage
zijn niet op de voedingseenheid aangesloten.
• De patiënt houdt de 'aardingsklem' niet
stevig genoeg vast of er is geen tandpasta
gebruikt bij het vasthouden.
■ Bij de vitaliteitstest treedt er al direct bij een
heel lage waarde een respons op.
• Het gebitselement is hyperemisch
– endodontische behandeling wordt
aangeraden.
• Als het probleem blijft bestaan bij alle geteste
gebitselementen, dan moet het apparaat
worden gerepareerd.
53