NL
Veiligheidsinformatie
Lees de instructies volledig door en volg deze op voor het eerste gebruik. Dit document moet op een veilige plaats worden
bewaard voor toekomstig gebruik. Als u deze documenten kwijtraakt, dan vindt u de meest recente versie op de website van
de verkoper.
De gebruiker moet altijd de montage- en onderhoudsstappen in dit document strikt opvolgen. De afstellingen,
aanhaalmomenten, spankracht en riemlengtes moeten worden nageleefd. Als deze niet worden nageleefd kan dit leiden tot
schade aan de fietsendrager of uw voertuig en risico's voor uw veiligheid en die van anderen. Daarnaast vervalt uw garantie
als u deze bepalingen niet naleeft. Het is ten strengste verboden om de fietsendrager op gelijk welke manier te wijzigen.
De Strap 200-2 weegt 5,4 kg. Deze fietsendrager is ontworpen om 1 of 2 fietsen te vervoeren. Elk van deze fietsen mag niet
meer wegen dan 30 kg. De maximale belasting van de fietsendrager is 60 kg. Deze fietsendrager is geschikt voor de meeste
fietsen voor volwassenen en elektrische fietsen. Voor het vervoeren van fietsen met een laag frame is een adapter nodig.
Waarschuwingen
De fietsendrager is enkel geschikt voor voertuigen met een metalen spoiler en achterklep die worden vermeld op de
toepassingslijst. Deze fietsendrager wordt geleverd met een magneet waarmee de gebruiker kan controleren of deze
elementen van metaal zijn. Als u twijfelt of de fietsendrager compatibel is met uw voertuig, contacteer dan de verkoper. De
fietsendrager moet worden gemonteerd volgens de stappen en afstellingen in deze handleiding. Het toepassingsschema
is beschikbaar op de website van de verkoper. De toepassingslijst en de montage-instructies vindt u in de handleiding die
beschikbaar is op de website van de verkoper. De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid af voor eventueel letsel of schade
als gevolg van een foute montage of een verkeerd gebruik.
Uitlaatgassen zijn heet, om schade aan uw fietsen of fietsendrager te voorkomen, moet er voldoende afstand zijn tussen de
uitlaat en plastic onderdelen, de banden en de riemen.
Laat de ruitenwisser van uw voertuig niet automatisch inschakelen voordat u hebt gecontroleerd of de fietsendrager dit
toelaat. Sommige voertuigen hebben een ruitenwisser achteraan die automatisch inschakelt. Controleer of u de ruitenwisser
achteraan kunt loskoppelen.
Als uw voertuig een elektrische kofferbakopener heeft dan mag u deze niet gebruiken in combinatie met de fietsendrager. U
moet de koffer met de hand openen.
In welk land de fietsendrager ook wordt gebruikt, respecteer altijd de wegcode. Bespaar brandstof door niet met een
onbeladen fietsendrager te rijden. De nummerplaat en de richtingaanwijzers moeten werken en zichtbaar zijn. Let erop dat ze
niet worden verborgen door de lading. Plaats indien nodig een extra nummerplaat en verlichting.
Voor het gebruik
Controleer de montage en de riemspanning voor het gebruik. Zorg ervoor dat de fietsen goed vastzitten.
Controleer voor elk gebruik de goede werking en zichtbaarheid van de verlichting en de nummerplaat. Op voertuigen die zijn
gehomologeerd na 01/10/1998 mag de fietsendrager het derde remlicht niet verbergen.
Om contact met het wegdek te voorkomen, moet de onderkant van de fietsendrager zich op minstens 20 cm afstand van de
grond bevinden.
Onderdelen van de fietsen die zouden kunnen vallen en de batterijen moet u apart vervoeren, in de koffer bijvoorbeeld.
De bestuurder is verantwoordelijk voor de goede staat en montage van de fietsendrager. Elk beschadigd of versleten
onderdeel moet onmiddellijk worden vervangen. We herinneren u eraan dat de montage-instructies strikt moeten worden
gevolgd.
Tijdens het gebruik
Uw voertuig kan zich anders gedragen in de bochten en bij het remmen nadat de lading is geplaatst. Uiteraard moet u de
geldende snelheidsbeperkingen en andere verkeersregels respecteren. De bestuurder moet de rijstijl aanpassen aan de
belading en de wegomstandigheden.
Een soepele rijstijl is aanbevolen als het voertuig is uitgerust met een fietsendrager. Neem nooit onverharde wegen als het
voertuig is uitgerust met een fietsendrager. Het is aanbevolen om bochten te anticiperen en abrupt remmen te vermijden.
Wees extra oplettend bij het achteruitrijden. Als het voertuig is uitgerust met deze fietsendrager is de maximaal toegelaten
snelheid 90 km/u.
Tijdens lange ritten is het aanbevolen om regelmatig de bevestiging van de fietsen en de montage van de fietsendrager te
controleren.
Onderhoud
Controleer of alle onderdelen in goede staat zijn. Let vooral op de riemen. Elk beschadigd of versleten onderdeel moet
onmiddellijk worden vervangen door een identiek onderdeel. Gebruik de fietsendrager pas na een volledige reparatie.
Gebruik geen chemische of agressieve producten om de fietsendrager te reinigen.
Reinig de fietsendrager na elk gebruik en let daarbij vooral op de verschuifbare delen.
Verwijder de fietsendrager bij een bezoek aan de carwash.
Berg de fietsendrager en de handleiding na elk gebruik zorgvuldig op.
2