Laboratoriumpomp Laboport® N96
Personeel Zorg ervoor dat alleen gespecialiseerd personeel of opgeleid
Veiligheidsbewu
st werken
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, ne-
derlands, KNF 323241-323242 06/20
4 Veiligheid
Neem de veiligheidsinstructies in de hoofdstukken Mon-
teren en aansluiten en Gebruik in acht.
De pompen zijn volgens de algemeen erkende regels van de
techniek en de voorschriften inzake arbeidsbescherming en
ongevalpreventie gebouwd. Toch kunnen bij het gebruik ge-
varen ontstaan die tot lichamelijk letsel van de gebruiker of
derden leiden of tot schade aan de pomp of andere eigen-
dommen.
Gebruik de pompen alleen als ze in technisch perfecte staat
zijn en in overeenstemming met het beoogde gebruik en de
eisen ten aanzien van het veiligheids- en risicobewustzijn,
met inachtneming van de bedienings- en montagehandlei-
ding.
De op de pompen aan te sluiten componenten moeten zijn
berekend op de pneumatische gegevens van de pompen.
Neem bij de aansluiting van de pompen op het elektriciteits-
net de desbetreffende veiligheidsregels in acht.
en geïnstrueerd personeel aan de pompen werkt. Dit geldt
vooral voor montage-, aansluitings- en onderhoudswerkzaam-
heden.
Zorg ervoor dat het personeel de bedienings- en montage-
handleiding, met name het hoofdstuk Veiligheid, heeft gele-
zen en begrepen.
Neem bij alle werkzaamheden aan de pompen en tijdens het
gebruik de voorschriften inzake ongevalpreventie en veilig-
heid in acht.
Vermijd het aanraken van de koppen en onderdelen van de
behuizing, omdat de pomp tijdens het gebruik opwarmt.
Zorg ervoor dat de pomp, bij werkzaamheden aan de pomp,
van het elektriciteitsnet is losgekoppeld en spanningsvrij is.
Zorg ervoor dat er geen gevaren ontstaan door stroming bij
open gasaansluitingen, geluidseffecten of door hete, corrosie-
ve, gevaarlijke of milieuverontreinigende gassen.
Zorg ervoor dat de installatie van de pomp te allen tijde EMC-
conform is en dat hierdoor geen gevaarlijke situatie kan ont-
staan.
Veiligheid
NL
11