INHOUDSOPGAVE
1.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................................................................................................................................................ 9
2.
TOEPASSING ........................................................................................................................................................................................... 9
3.
INBEDRIJFSTELLING .............................................................................................................................................................................. 9
4.
RAADGEVINGEN VOOR HETGEBRUIK ................................................................................................................................... 9
5.
OPSPOREN VAN STORINGEN .............................................................................................................................................................. 10
1.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Alvorens de pomp in bedrijf te stellen dient u dit boekje met aanwijzingen aandachtig door te lezen.
Wanneer de pomp op het elektriciteitsnet is aangesloten, dient u ervoor te zorgen dat er niemand met het water in contact
kan komen.
Bescherm de stekker tegen vocht. De stekker moet bereikbaar zijn wanneer de pomp in werking is.
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact alvorens werkzaamheden aan de pomp te verrichten.
Voor voedingskabels zonder stekker, gebruik een afscheidingsmechanisme van de netvoeding (bv. magnetothermische
schakelaar) met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm voor elke pool.
2.
TOEPASSING
VERTY NOVA 200, VERTY NOVA 400: Dompelpompen met ingebouwde vlotter speciaal ontworpen voor kleine afvoerputjes (minimaal 20 cm x
20 cm). Geschikt om schoon water te verpompen dat vaste deeltjes met een maximumdoorsnede van 5 mm bevat.
De temperatuur van de te verpompen vloeistof mag niet hoger dan 35° C zijn.
De pomp kan niet gebruikt worden voor het pompen van zout water, rioolwater (modellen ACI) ontvlambare, bijtende of
explosieve vloeistoffen (b.v. petrolium, benzine, oplosmiddelen), vetten, oliën of voedingsmiddelen.
Alvorens de pomp in bedrijf te stellen dient u onderstaande punten te controleren:
De stroomkabel van de pomp en de pomp zelf zijn niet beschadigd.
•
De elektrische aansluiting bevindt zich op een droge tegen eventuele overstroming beschermde plaats.
•
De lengte van de kabel bedraagt niet meer dan 10 meter. Eventuele verlengkabels moeten conform de voorschriften van de norm DIN
•
VDE 0620 zijn.
3.
INBEDRIJFSTELLING
Steek de stekker van de stroomkabel in het daarvoor bestemde stopcontact.
VERTY NOVA 200 – VERTY NOVA 400
Automatische werking (A):
De geïntegreerde vlotterschakelaar schakelt de pomp automatisch in en uit, wanneer de wijzer (2) op "A" staat (afb. A).
Handbediening (M):
Om de pomp in werking te stellen dient u de keuzeknop (3) op te lichten en de wijzer (2) op "M" te zetten (afb. A). In dit geval zuigt de pomp tot
2-3 mm aan.
Om te controleren of de vlotter correct werkt en goed schoon is dient u de sluitkap (1) te openen door de keuzeknop op "O" te zetten (afb. A-B).
4.
RAADGEVINGEN VOOR HETGEBRUIK
Voor het correct functioneren van de pomp dienen onderstaande regels bij gebruik daarvan in acht genomen te worden:
De pomp mag niet droog draaien.
•
Laat de pomp niet draaien wanneer de persleiding verstopt is.
•
De pomp mag alleen gebruikt worden wanneer deze zich in het water bevindt. Indien er geen water meer is, dient de pomp onmiddellijk
•
uitgeschakeld te worden door de stekker uit het stopcontact te halen.
Het is raadzaam zeer goed op te letten wanneer de pomp handmatig wordt bediend.
•
De pomp moet stabiel staan in een opvangputje of in ieder geval op het laagste punt van de ruimte van installatie.
•
NEDERLANDS
9