GEBRUIKSAANWIJZING
DE MOBIELE STARTBOOSTER OPLADEN, art. 1498/12
• Sluit de oplader op het stopcontact van het 230V elektriciteitsnet aan. Steek het stekkertje van de
oplader in de laadbus, die zich op de voorkant van de startbooster bevindt.
• Tijdens het opladen gaat de rode led op de startbooster branden. Wanneer hij opgeladen is wordt de
led groen.
• Controleer het laadniveau van de startbooster zoals onder het punt "weergave laadstatus" wordt
beschreven.
• Laat de startbooster nadat hij is opgeladen niet gedurende lange tijd aan de oplader gekoppeld. Haal
de stekker dus uit het stopcontact.
• Gebruik de startbooster niet terwijl hij wordt opgeladen.
• Gebruik alleen de bijgeleverde oplader.
Om hem via de aanstekerdoos van de auto op te laden, gebruikt u het bijgeleverde laadsnoer (start
eerst het voertuig).
DE MOBIELE STARTBOOSTER OPLADEN, art. 1498/24
OPMERKING: de startbooster mag uitsluitend op de 12V modus worden opgeladen en nooit op
die van 24V. Op de 24V modus doet de aanstekerdoos van de auto het niet.
• Draai de kiezer aan de achterkant van de startbooster op de 12V-stand.
• Sluit de oplader op het stopcontact van het 230V elektriciteitsnet aan. Steek het stekkertje van de
oplader in de laadbus, die zich op de voorkant van de startbooster bevindt.
• Tijdens het opladen gaan de leds op de oplader branden (Charging - 50% - 75% - Full)
• Na het opladen branden alles leds en vervolgens beginnen ze intermitterend te knipperen. Het opla-
den is goed voltooid.
• Laat de startbooster nadat hij is opgeladen niet gedurende lange tijd aan de oplader gekoppeld. Haal
de stekker dus uit het stopcontact.
• Gebruik de startbooster niet terwijl hij wordt opgeladen.
• Gebruik alleen de bijgeleverde oplader.
Om de starthulp via de aanstekerdoos van de auto op te laden, gebruikt u het bijgeleverde laadsnoer
(start eerst het voertuig).
DE MOBIELE STARTBOOSTER GEBRUIKEN - VOERTUIGEN STARTEN
• Controleer altijd of de technische eigenschappen van de accu van het voertuig geschikt zijn voor
startboosters van 12V of 24V.
• Als het voltage van de startbooster en de spanning van de installatie van de auto niet met
elkaar overeenkomen, kan dat explosies, schade aan het voertuig, de startbooster en personen
veroorzaken.
• Controleer of de startbooster niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
• Kies bij de startbooster van 12V-24V de juiste spanning met behulp van de kiezer.
• Zoek de pool die overeenstemt met de massa van het voertuig. Over het algemeen is die op de nega-
tieve klem aangesloten.
• Sluit de uitgangskabel met de rode klem (+) altijd op de positieve pool van de accu en de
uitgangskabel met de zwarte klem (-) op de massa van het voertuig aan.
• Verwissel de polen nooit. Als de polen worden verwisseld kan dat explosies, schade aan het
voertuig, het product en personen veroorzaken.
• Controleer of de kabels van de startbooster zich uit de buurt van ventilatoren, bewegende delen en de
brandstofleiding bevinden.
• Verzeker u ervan dat de starthulp zich op een stabiele plek bevindt en niet kan vallen door de trillingen
van de auto.
• Blijf het dan niet proberen, wanneer het niet lukt de auto binnen 10 seconden te starten.
• Voordat u opnieuw probeert te starten laat u de startbooster minstens 3 minuten rusten, om te voor-
komen dat hij beschadigd raakt.
• Koppel na het opladen eerst de uitgangskabel met zwarte klem (-) van de massa van het voertuig en
berg hem meteen op zijn plaats op.
• Koppel de kabel met rode klem van de positieve pool (+) van de accu en berg hem meteen op zijn
plaats op.
NL
41