Symptoom 8.2: Binnenunit, buitenunit
Een constant laag sissend geluid is hoorbaar als het systeem
koelt of ontdooit.
Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel de binnen- als
buitenunits stroomt.
Een sissend geluid is hoorbaar bij het starten of meteen na het
stoppen van de werking of ontdooiing.
Dit wordt veroorzaakt door het stoppen of wijzigen van de
koelmiddelstroom.
Symptoom 8.3: Buitenunit
De toon van het werkingsgeluid verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging.
Symptoom 9: Er komt stof uit de unit
Wanneer een unit na een lange inactiviteitsperiode voor het
eerst weer wordt gebruikt.
Dit komt doordat stof in de unit is binnengedrongen.
Symptoom 10: De units geven een geur af
De unit kan geuren opnemen van kamers, meubilair, sigaretten,
enz. en die dan weer afgeven.
Symptoom 11: De ventilator van de buitenunit draait niet.
Tijdens de werking.
De ventilatorsnelheid wordt bestuurd met het oog op een
optimale systeemwerking.
Symptoom 12: Op het scherm verschijnt "
Dit kan voorkomen meteen nadat de hoofdvoeding is
ingeschakeld en betekent dat de afstandsbediening in normale
positie staat. Dit houdt een minuut aan.
Symptoom 13: De compressor in de buitenunit stopt niet na een korte
verwarmingscyclus
Dit voorkomt dat er olie en koelmiddel in de compressor blijft. De
unit zal na 5 tot 10 minuten stilvallen.
Symptoom 14: De binnenkant van de buitenunit is warm, zelfs als de unit
is stilgevallen
De carterverwarming verwarmt de compressor zodat de
compressor vlot kan starten.
Symptoom 15: U kunt warme lucht voelen wanneer de binnenunit gestopt
is.
Meer dan één binnenunit draait op hetzelfde systeem. Wanneer
een andere unit werkt, blijft er nog wat koelmiddel door de unit
stromen.
10. S
TORINGSOPSPORING
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onder-
staande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.)
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand.
Raadpleeg uw dealer.
Het
systeem
moet
worden
servicetechnicus.
Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of aardlek-
schakelaar geregeld in werking treedt, of als de AAN/UIT-
schakelaar niet naar behoren functioneert.
Maatregel: Schakel de hoofdvoeding uit.
Als er water lekt uit de unit.
Maatregel: Stop de werking.
CMSQ200+250A7W1B
Airconditioningsysteem
4PW47628-1
"
.
hersteld
door
een
bevoegd
De bedrijfsschakelaar werkt niet goed.
Maatregel: Schakel de voeding uit.
Als het scherm
, het unitnummer en de werkingslamp
TEST
knipperen en de storingscode verschijnt (Zie afbeelding 5)
1
Inspectiescherm
2
Nummer van de binnenunit waar de storing zich voordoet
3
Werkingslamp
4
Storingscode
Maatregel: Verwittig uw verdeler en geef hem de storingscode
door.
Als het systeem niet naar behoren functioneert en geen van de
bovenstaande storingen in aanmerking komt, volg dan de
onderstaande procedures.
1
Het systeem functioneert totaal niet.
Controleer of er zich geen spanningsuitval heeft voorgedaan.
Wacht totdat de voeding is hersteld. Als de voedingsuitval is
gebeurd tijdens de werking zal het systeem automatisch meteen
herstarten nadat de voeding is hersteld.
Controleer of er geen zekering is doorgebrand of een
onderbreker in werking is gesteld. Vervang indien nodig de
zekering of stel de onderbreker terug in.
2
Het systeem begint alleen te ventileren maar stopt als het in
koeling of verwarming gaat.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buiten- of
binnenunit niet belemmerd zijn. Verwijder het obstakel en zorg
voor voldoende ventilatie.
Controleer of "
" (reinigingstijd voor het luchtfilter) verschijnt
op het scherm van de afstandsbediening. (Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
3
Het
systeem
functioneert
onvoldoende.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buiten- of
binnenunit niet belemmerd zijn.
Verwijder het obstakel en zorg voor voldoende ventilatie.
Controleer of het luchtfilter niet verstopt is. (Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoud" in de handleiding van de binnenunit.)
Controleer de temperatuurinstelling.
Controleer de instelling van de ventilatorsnelheid op de
afstandsbediening.
Controleer of er geen deuren of ramen openstaan. Sluit alle
deuren en ramen om te voorkomen dat er wind binnenkomt.
Controleer of er niet te veel mensen aanwezig zijn in de kamer
tijdens het koelen.
Controleer of de warmtebron in de kamer niet te groot is.
Controleer of er geen rechtstreeks zonlicht in de kamer schijnt.
Gebruik gordijnen of jaloezieën.
Controleer of de luchtuitblaashoek goed is.
Als u nadat u alle bovenstaande punten hebt gecontroleerd, het
probleem zelf niet kunt oplossen, neemt u contact op met uw dealer.
Geef hem de symptomen door, de volledige modelnaam van de
airconditioner (met indien mogelijk ook het fabricagenummer) en de
installatiedatum (mogelijk vermeld op de garantiekaart).
maar
koelt
of
verwarmt
Gebruiksaanwijzing
6