is bereikt, legt u het product dat u
wilt klaarmaken rechtstreeks op de
kookplaat (afb. 2).
Op het einde van het bereidings-
•
proces het product wegnemen van
het apparaat met speciale gereed-
schappen en op een plaats neerzet-
ten die vooraf is klaargemaakt voor
het neerzetten van het bewerkte
product.
Na het wegnemen van het product
•
gaat men verder met een nieuwe la-
ding of met de handelingen beschre-
ven onder "Buitendienststelling".
BUITENDIENSTSTELLING - zie par.
ILL. - REF. p)
Raadpleeg hoofdstuk 5 vooral-
eer verder te gaan.
Vochtresten die op de plaat/pla-
ten achterblijven kunnen de wer-
king van het apparaat schaden
door vroegtijdige slijtage van de plaat/
platen te veroorzaken.
Om residuen van vocht op de
kookplaten weg te nemen tenein-
de vroegtijdige slijtage uit te slui-
ten, moet men het apparaat ongeveer
10' aan zetten nadat de schoonmaak is
voltooid.
NIEUW! VERWIJDERBARE BODEM / ZIE PAR. ILL - REF. L)
Bij de voorziene modellen (vrije kastbodem), kan men het onderste vlak wegne-
men om het installeren en het onderhoud te kunnen uitvoeren (bijv. inspecties,
aansluitingen, reiniging, enz.). Om de bodem weg te nemen, moet u die losschroe-
ven en verwijderen (Det. A). Om het vlak terug te plaatsen, moet u die aanbrengen
en opnieuw aanschroeven (Det. B).
Als er deuren aanwezig zijn, moet u die eerst gaan demonteren (scharnieren
en bevestiging).
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Wacht tot de temperatuur van de plaat
is afgekoeld, zodat de gebruiker geen
brandwonden oploopt.
Controleer of er geen belemmeringen
en/of obstructies in de afvoerleiding
zijn (afb.3).
Met behulp van een gewone hand-
spuit de schoonmaakvloeistof over het
hele oppervlak van de kookplaat aan-
brengen en het hele oppervlak met
een niet-schurende spons zorgvuldig
schoonmaken.
De inhoud van het recipiënt voor de
opvang van het afvoermateriaal is be-
perkt. Controleer regelmatig hoe vol
het is, om te vermijden dat het gaat
overlopen (afb. 4).
Het recipiënt tot 3/4 vullen voor
een veilige verplaatsing. Wan-
neer het recipiënt ongeveer 3/4
van de totale inhoud vol is, haalt u het
uit zijn zitting, giet het uit en plaats het
dan op zijn plaats terug.
Het recipiënt leegmaken volgens
de procedures voor verwijdering
die van kracht zijn in het land van ge-
bruik, en het leeggemaakte recipiënt in
de speciale houder terugplaatsen.
- 18 -