20.5 Luchtbevochtiging
De controller kan de luchtbevochtiging regelen door middel van een in de unit geïntegreerde luchtbevochtiger.
Alle controller-parameters die betrekking hebben op het beheer van de geïnstalleerde luchtbevochtiger zijn
geprogrammeerd in de fabriek.
20.5.1 Aanvullende functies van de geïntegreerde luchtbevochtiger
Het beheer van de luchtbevochtiger omvat enkele aanvullende functies, die hieronder worden beschreven.
20.5.1.1
Handmatige waterafvoer
De handmatige waterafvoerfunctie zorgt voor de volledig lediging van de cilinder van de bevochtiger. Deze functie
kan worden geactiveerd vanaf de webpagina, na inloggen met het service-niveau. Als de luchtbevochtiger stoom
produceert, wordt de productie onmiddellijk gestopt wanneer de functie wordt geactiveerd.
20.5.1.2
Voorafgaande reiniging
Met de voorafgaande-reinigingssfunctie kunt u de waterleidingen en de cilinder van de bevochtiger reinigen. De
cilinder wordt 3 keer gevuld en geledigd om eventuele onzuiverheden in de leidingen en in de cilinder te verwijderen;
Het is raadzaam om de functie te activeren na de uitvoering van hydraulische aansluitingen of na vervanging van
de cilinder; Deze functie kan worden geactiveerd vanaf de webpagina, na inloggen met het service-niveau. Als de
luchtbevochtiger stoom produceert, wordt de productie onmiddellijk gestopt wanneer de functie wordt geactiveerd.
20.5.1.3
Afvoer bij inactiviteit
Om waterstagnatie in de cilinder van de bevochtiger te voorkomen, met mogelijke proliferatie van algen of bacteriën
(bv. legionella) als gevolg, wordt de functie "afvoer bij inactiviteit" geactiveerd wanneer de cilinder langer dan 72 uur
(opeenvolgend) met water gevuld blijft zonder stoomproductie: de cilinder wordt geledigd en blijft leeg totdat er een
nieuw verzoek voor stoomproductie wordt ingediend. De functie is altijd actief en het inactiviteitsinterval staat vast.
20.6 Luchtontvochtiging
Luchtontvochtiging is vereist tijdens de afkoelfase, waar het van nature plaatsvindt.
Wanneer er gelijktijdig een verzoek voor koeling en ontvochtiging aanwezig is, activeert de controller de compressoren
op basis van de "grootste" van de twee verzoeken.
Het is mogelijk dat het temperatuursetpoint wordt bereikt wanneer het vochtigheidssetpoint nog niet is bereikt. In dit
geval dwingt de controller verdere koeling af, door de temperatuur onder het setpoint te brengen.
Om overmatige verlaging van de luchttemperatuur in de kamer te voorkomen, gebruikt de regelaar de
verwarmingsapparaten in de unit om de lucht na te verwarmen.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645203-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
133