BR 151
Dès 1970, la Deutsche Bundesbahn a ressenti le
besoin de nouvelles motrices puissantes pour assurer
le trafic marchandises lourds. A partir de 1973,
elle a mis en service des machines de la série 151,
à 6 essieux. En tout, 170 motrices de ce type ont
été livrées. Elles avaient 19,49 m de long, pesaient
118 t et pouvaient rouler à 120 km/h. Ces machines
sont le fruit d'études menées sur les motrices de la
série 150. En particulier, on a repris les moteurs de
traction qui ont donné pleine satisfaction et qui
équipent les motrices des séries 110 et 140. La
fabrication de ces machines a été confiée aux usines
Krupp à Essen et Krauss-Maffei à München. Certaines
de ces machines destinées à la traction des trains
de minerai (n° 151 089 à 099 et 114 à 122) ont été
équipées d'un attelage automatique.
BR 151
In het begin van de jaren 70 had de Deutsche
Bundesbahn (DB) nieuwe locomotieven nodig voor
het zware goederentreinverkeer. Vanaf 1973 begon
de indienststelling van de zesassige bouwserie 151.
Er werden in totaal 170 locomotieven afgeleverd.
Ze zijn 19,49 m lang, 118 t zwaar en behalen een
maximumsnelheid van 120 km/u. Deze bouwserie is
ontwikkeld uit de BR 150; voor de 6 tractiemotoren
werd teruggegrepen op motortypen, die al bij de
bouwseries 110 en 140 goed voldeden. De bouw
van de BR 151 geschiedde bij Krupp in Essen en
Krauss-Maffei in München. Voor de dienst met
zware ertstreinen werden de 151 089 tot 099 en
114 toto 122 van automatische koppelingen voorzien.
3