Tabel 1 - Programmering van de dipswitches
Switch
1
Niet gebruikt
UIT
2
AAN
UIT
3
AAN
UIT
4
AAN
UIT
5
AAN
UIT
6
AAN
A
m
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
3
2
1
0
1
2
3
4
m
1
2
3
4
5
6
7
8
9
4
3
2
1
0
1
2
B
3
4
Status
Functie
–––
Gevoeligheid Laag (afb. A / A1)
Gevoeligheid Hoog (afb. B / B1)
Aantal infraroodimpulsen voor alarm = 1 (afb. C)
Aantal infraroodimpulsen voor alarm = 2 (afb. C1)
Signaleringsleds actief (opmerking 1)
Signaleringsleds uit (opmerking 1)
Signaleringsalarm met enkele radiocode
Signalering tweede opeenvolgende alarm met tweede radiocode
Temperatuurcompensatie gedeactiveerd (opmerking 2)
Temperatuurcompensatie actief (opmerking 2)
A1
10 11 12
m
2
4
6
8
6
4
2
0
2
4
6
10 11 12
m
2
4
6
8
6
4
2
0
2
4
B1
6
C
10 12 14 16 18 20 22
10 12 14 16 18 20 22
C1
Opmerking – Om
conform te zijn met
norm EN50131, moet
dipswitch 4 ingesteld
zijn op AAN en moeten
de signaleringsleds
uitgeschakeld zijn.
Opmerking 1 – Let
op! De signalering van
de leds veroorzaakt
een groter verbruik van
de batterijen.
Opmerking 2 – De
gevoeligheid van de
PIR verhoogt automa-
tisch wanneer de
omgevingstemperatuur
boven de 30°C stijgt.
Activeer deze functie
niet als dat niet nodig is.
Nederlands - 5