NL
3.1 VERVANGING VAN RESERVEONDERDELEN
De vervanging van beschadigde onderdelen moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Om de te vervangen onderdelen bij de fabrikant aan te vragen moet het model en serienummer van de oven op-
gegeven worden. U kan deze informatie terugvinden op het typeplaatje dat op de oven is aangebracht.
Vooraleer onderdelen te vervangen, dient u zich er om veiligheidsredenen van te verzekeren dat de elektriciteit is
uitgeschakeld en dat het water en eventueel het aan/uit-ventiel van het gas gesloten zijn.
3.2 CONTROLE VAN DE FUNCTIES
Nadat de oven geïnstalleerd is, is het nodig om een lektest van het waternetwerk uit te voeren.
INSTRUCTIES VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
Controleer dat de lekkers op een stabiele plaats geïnstalleerd werd en dat de stroomopwaarts geïnstalleerde be-
veiligingssystemen efficiënt werken. Plaats geen ovenschalen of andere keukenapparatuur op de oven.
Controleer de oven geregeld met de technische dienst en vervang eventuele beschadigde onderdelen die een in-
vloed kunnen hebben op de goede werking van de oven of een gevaar zouden kunnen vormen.
Reinig de oven regelmatig volgens de instructies in deze handleiding.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
4.0 BESCHRIJVING VAN COMPONENTEN BEDIENINGSPANEEL
4.5 OPSTARTEN VAN DE RIJSKAST
Schakel de beveiligingsstroomschakelaar in, stroomopwaarts geïnstalleerd.
Druk op de groene knop ON/OFF. Regel de temperatuur met knop B.
4.5A VOCHTIGINGSSYSTEEM
De rijskast is uitgerust met een bevochtigingssysteem met waterverdamping.
Een vochtige omgeving helpt om de rijzende producten zacht te houden, waardoor de producten niet
kunnen drogen en scheuren kunnen veroorzaken.
4.6 HET UITSCHAKELEN VAN DE RIJSKAST
De rijskast wordt uitgeschakeld door het indrukken van ON-OFF-knop om de stand 0. Als de rijskast niet wordt
gebruikt, raden wij u aan om de elektrische voeding uit te schakelen met behulp van de beveiligingsschakelaar
stroomopwaarts.
9.0 ONDERHOUD
Voordat u enig onderhoud gaat uitvoeren is het noodzakelijk om de elektrische beschermingsschakelaar te ont-
koppelen en de water- en gastoevoer die op het apparaat zijn geïnstalleerd te sluiten.
De oven dient aan het einde van elke werkdag te worden gereinigd, uitsluitend met de producten die hiervoor
geschikt zijn. Alle externe roestvrijstalen onderdelen moeten: gereinigd zijn met helder zeepwater; gespoeld zijn
met water; grondig zijn afgedroogd. Ermijd ten alle tijde het gebruik van schrapers, staalwol en materialen van
gewoon staal, aangezien ze de oppervlakken kunnen schuren en ijzerdeeltjes kunnen achterlaten die door oxidatie
roestvorming tot gevolg kunnen hebben.
REINIG HET APPARAAT NIET MET OVERVLOEDIG WATER.
GEBRUIK VOOR HET REINIGEN VAN HET ROESTVRIJ STAAL GEEN REINIGINGSMIDDELEN OP BASIS
VAN CHLOOR (BLEEKMIDDEL, ZOUTZUUR), ZELFS NIET ALS DEZE VERDUND ZIJN IN WATER.
9.1 HANDELEN IN GEVAL VAN STORINGEN OF INDIEN HET APPARAAT LANGDURIG NIET IN
GEBRUIK IS
Indien de veiligheidsthermostaat niet goed werkt, defect is of een storing meldt, dient u het apparaat uit te
schakelen, de water- en elektriciteitsaansluiting te ontkoppelen, en contact op te nemen met de technische
dienst.
Alle installatie, onderhouds en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door erkend en bekwaam personeel te
worden verricht.
A
ON-OFF-knop
Thermostaat ovenruimte. Temperatuurbereik
B
30 - 60 °C
Indicatielampje verwarming ovenruimte in wer-
C
king
Om een voldoende bevochtigingspercentage te behouden om
de producten niet te kraken, hoeft u alleen maar wat water in
de container in de kamer aan de onderkant, onder de lade-
spellen, te gieten.
De waterverdampingstijd varieert afhankelijk van de gese-
lecteerde temperatuur.
24