Codman ORBIT GALAXY G2 Información Importante página 20

4. Ga terug naar de RHV van de infusiemicrokatheter. Maak de RHV los en schuif de
inbrengtip voorzichtig uit de RHV, over de DPU-draad. Wanneer eenmaal een klein deel
van de blootgestelde DPU-draad zichtbaar is, pakt u deze stevig vast met de duim
en wijsvinger van dezelfde hand waarmee u de RHV vasthoudt. Gebruik de duim en
wijsvinger van uw andere hand, pak de inbrengtip en schuif deze langzaam weg van de
RHV, over de DPU-draad. Blijf schuiven met de inbrengtip tot de tip bijna bij het distale
uiteinde van het instrument voor het opnieuw inbrengen is. U laat circa 2–3 cm van de
uitgetrokken inbrenghuls zichtbaar.
5. Breng met behulp van fluoroscopische geleiding het Microcoil-systeem langzaam door
de infusiemicrokatheter naar het gebied van het aneurysma. Controleer met behulp
van fluoroscopische geleiding continu de voortgang van het Microcoil-systeem en de
uiteindelijke positie in het aneurysma.
LET OP: als ongebruikelijke frictie wordt waargenomen tijdens het inbrengen of
terugtrekken van het Microcoil-systeem, moet u controleren of de doorzichtige tab
geopend is en circa 2–3 cm uit het instrument voor opnieuw inbrengen is getrokken.
LET OP: als er nog steeds ongebruikelijke frictie wordt ervaren tijdens het inbrengen
of terugtrekken van het Microcoil-systeem, moet u controleren of de doorspoellijnen
open zijn en op de juiste wijze op druk zijn gebracht. Trek vervolgens langzaam het
gehele Microcoil-systeem terug en inspecteer of er beschadigingen zijn. Vervang het
door een nieuw Microcoil-systeem. Als er nog steeds frictie aanwezig is, trekt u het
toedieningskathetersysteem terug en inspecteert u het.
LET OP: als het Microcoil-systeem immobiel wordt in de infusiemicrokatheter, past u een
lichte druk-trek-beweging toe om het vrij te trekken. Als dit niet helpt, verwijdert u zowel
de microkatheter als het Microcoil-systeem samen als één unit en vervangt u deze door
nieuwe hulpmiddelen.
LET OP: probeer het Microcoil-systeem niet als voerdraad te gebruiken als de
positionering van de microkatheter onbekend is tijdens gebruik van de microspoel.
LET OP: als herpositioneren van de microspoel nodig is, bekijkt u zorgvuldig de beweging
van de microspoel ten opzichte van de DPU-draad, terwijl u de microspoel terugtrekt
onder fluoroscopie. Als de microspoelbeweging niet één-op-één is met de DPU-draad,
of indien herpositioneren moeilijk is, kan de microspoel uitgerekt zijn en mogelijk breken.
Verwijder het Microcoil-systeem langzaam en voorzichtig en gooi het weg.
LET OP: als de microspoel gepositioneerd is onder een relatief scherpe hoek met de
microkatheter, kan een microspoel rekken of breken als deze wordt teruggetrokken.
Door herpositioneren van de distale tip van de katheter bij of enigszins binnen het
ostium van het aneurysma kan de microspoel eenvoudiger worden teruggetrokken
in de microkatheter.
Positionering van de Microcoil
1. Het op één lijn plaatsen van de markeerbanden wordt geïllustreerd in afbeelding 5.
De infusiemicrokatheter heeft twee distale tipmarkeringsbanden die drie (3) cm uit elkaar
zijn geplaatst. Het Microcoil-systeem heeft een distale markeerband op drie (3) mm
van het ontkoppelmechanisme. Om de juiste positionering van het Microcoil-systeem
te verkrijgen voor het losmaken onder fluoroscopische geleiding, moet u de radiopake
markering op de DPU-draad op één lijn brengen: net voorbij de proximale markeerband
op de tip van de microkatheter.
2. Wanneer de gewenste Microspoel-plaatsing is verkregen, zet u langzaam en voorzichtig
de RHV rond de DPU-draad vast om de positie te behouden.
Microspoel
Ontkoppelzone
Afb. 5: Correct op één lijn brengen van markeerband
ONTKOPPELEN VAN DE MICROCOIL
1. Controleer opnieuw de positie van de microspoel binnen het aneurysma via fluoroscopie.
Het Microcoil-systeem kan nu worden ontkoppeld.
2. Druk op de Aan/Uit-knop op de Detachment Control Box (DCB) indien deze nog niet is
ingeschakeld.
3. Bevestig de aansluitkabel aan het connectoreinde van de DPU-draad en controleer of
deze goed op zijn plaats zit. Als deze nog niet is aangesloten, bevestigt u het andere
einde van de aansluitkabel aan de uitgangsconnector van de DCB.
Markeerband voor
microkatheter
Apparaat-
positioneringsunit
Microkatheter-as
Microcoil-markeerband
4. Controleer of het Microcoil-toedieningssysteem volledig is aangesloten
en geen defecten worden aangegeven op de DCB. Als een defect wordt
aangegeven, maakt u alle aansluitingen tussen de DPU, de DCB en de
aansluitkabel opnieuw vast. Als er nog steeds een defect aanwezig is,
vervangt u de aansluitkabel. Als dit de storing niet verhelpt, vervangt u de
DCB. Als het Microcoil-toedieningssysteem nog steeds een defect heeft,
trekt u de microspoel terug zoals wordt beschreven in de volgende paragraaf,
plaatst u deze opnieuw in de huls van het Microcoil-systeem en vervangt u
deze door een nieuw Microcoil-systeem.
5. Als het systeem geen defecten meer heeft, drukt u op knop Detach
(Loskoppelen) op de blauwe EnPOWER DCB of de EnPOWER
besturingskabel. Het lampje van de Detach Cycle (Ontkoppelcyclus) naast
de knop gaat aan en er wordt met tussenpozen een toon weergegeven
gedurende de ontkoppelcyclus. Als het lampje en de hoorbare toon niet
worden geactiveerd, vervangt u de DCB.
6. Nadat het lampje uitgaat en het geluid stopt, moet het ontkoppelen van de
microspoel van de DPU-draad fluoroscopisch worden gecontroleerd door
langzaam en voorzichtig de DPU-draad terug te trekken met ongeveer één
(1) mm. Let op of de microspoel is losgekoppeld.
• Als de microspoel niet is ontkoppeld en geen defectlampje aan is of
knippert, herhaalt u de bovenstaande stappen.
• Als een defectlampje wordt gedetecteerd, is het lampje voor System
Ready (Systeem gereed) niet aan of als er is geen ontkoppeling is na
twee ontkoppelpogingen, vervangt u de DCB-unit.
• Als er nog steeds geen ontkoppeling optreedt, trekt u zorgvuldig het gehele
Microcoil-systeem terug en gebruikt u een nieuw Microcoil-systeem.
7. Na ontkoppeling van de spoel verwijdert u de DPU-draad van de
microkatheter en gooit u deze weg.
Opmerking: ontkoppel de aansluitkabel niet van de DCB of van de
DPU-draad tijdens een ontkoppelcyclus.
LET OP: voer altijd een fluoroscopische controle uit van het losmaken
voorafgaand aan het volledig terugtrekken van de DPU-draad. Wanneer
u dit nalaat, kan dit leiden tot een embolische complicatie.
8. Herhaal de bovenstaande volgorde voor alle extra microspoelen tot de
procedure is voltooid.
Opmerking: als het vaststaat dat de microspoel niet loskomt, ontkoppelt u
deze gewoon van de aansluitkabel en verwijdert u deze van de microkatheter
zoals wordt aangegeven in de volgende paragraaf.
HET MICROCOIL-SYSTEEM OPNIEUW INBRENGEN
Het Microcoil-systeem kan zo nodig worden herladen in de inbrenghuls met
behulp van het instrument voor het opnieuw inbrengen.
1. Maak de RHV los. Met behulp van fluoroscopische geleiding trekt u de
microspoel van het aneurysma terug in de microkatheter.
2. Zoek de inbrengtip. Pak met de linkerhand de inbrengtip en pak met de
rechterhand het instrument voor opnieuw inbrengen. Trek met uw rechterhand
terwijl u het instrument voor opnieuw inbrengen in de richting van de
connector houdt. Hierdoor wordt begonnen met het opnieuw inbrengen van
de spoel en de DPU-duwdraad.
3. Nadat het instrument voor opnieuw inbrengen het eind van de inbrengschacht
heeft bereikt, plaatst u de inbrengtip binnen de RHV. Draai de RHV vast.
4. Met de rechterhand wordt de connector vastgepakt en de DPU-draad wordt
verder uit de schacht getrokken tot de spoel zich volledig binnen het distale
uiteinde van de inbrengtip bevindt.
5. Maak de RHV los en verwijder de inbrenger.
Afb. 6: Terugtrekken van de DPU-draadnaafconnector
LET OP: trekken aan de blootgestelde microspoel door het
RHV-doorvoerrubber kan de spoel beschadigen.
LET OP: trek de DPU-draad niet te ver terug, aangezien dit ertoe kan leiden
dat het zachtere deel van de DPU bloot komt te liggen. Een armlengte trekken
moet de spoel weer opnieuw in de huls brengen.
6. Wanneer het apparaat volledig is teruggetrokken, schuift u het instrument
voor het opnieuw inbrengen over de behuizing van de DPU/inbrenghuls in tot
het systeem weer is vergrendeld.
7. Maak de RHV los en verwijder het hulpmiddel. Indien nodig is het Microcoil-
systeem nu gereed om opnieuw te worden ingebracht.
20