Het onderdeelnummer is beschikbaar in de
productspecificatie in deze gebruiksaanwijzing
■
Niet
gebruiken
op
ondersteuning. Zaag altijd met beide benen op
een stevige ondergrond om te voorkomen dat u uit
evenwicht wordt getrokken.
■
Om uzelf tegen elektrocutie te beschermen, bedient
u de machine niet binnen de 10 m van overhangende
stroomkabels.
■
Pas op voor vallende takken of takken die opveren
nadat ze de grond raken.
■
Wees buitengewoon voorzichtig wanneer u kleine
struiken en boompjes zaagt, omdat het buigzame
materiaal zich in de zaagketting kan vastgrijpen,
waardoor deze naar u toe wordt geslagen of u uit uw
evenwicht brengt.
■
Wanneer een tak wordt gezaagd die onder spanning
staat, wees dan bedacht op het terugveren zodat u niet
wordt geraakt wanneer de veerkracht in de houtvezels
wordt vrijgelaten.
■
Als het zaagvermogen mettertijd vermindert, controleert
u of de kettingtanden nog scherp en schoon zijn. Indien
nodig, vervang de originele keten (en bar), zoals
aanbevolen door de fabrikant.
■
Als de ketting en het zwaard verstrikt of vast raken in
takken die te hoog zijn om te bereiken, vraagt u het
advies van een professionele boomspecialist over het
veilig verwijderen van het zaagwerktuig.
WAARSCHUWING
Controleer
dat
alle
schachtkoppelingen
verlengpaal en het werktuig stevig zijn vastgemaakt voor
elk gebruik en nadien ook regelmatig.
Persoonlijke beschermuitrusting
Goede kwaliteit, persoonlijke beschermuitrusting, zoals
gebruikt door profs help u het risico voor de gebruiker te
verminderen. De volgende voorwerpen moeten worden
gebruikt wanneer u het product gebruikt:
Veiligheidshelm
–
moet overeenstemmen met EN 397 en CE-
gemarkeerd zijn.
Gehoorbescherming
–
moet overeenstemmen met EN 352-1 en CE-
gemarkeerd zijn.
Oog- en gezichtsbescherming
–
moet CE-gemarkeerd zijn en overeenstemmen
met EN 166 (voor veiligheidsbril) of EN 1731 (voor
gezichtsmaskers in gaas)
Handschoenen
–
moet overeenstemmen met EN 381-7 en CE-
gemarkeerd zijn.
38
een
ladder
of
onstabiele
op
de
Schoeisel
–
moet overeenstemmen met EN 20345 en CE-
gemarkeerd zijn.
BEDIENING
■
Bestudeer de toestand van de boom en takken voor u
het werk begint. Als er tekenen zijn van schade, rot of
bederf probeert u zelf niet te snoeien. Beschadigde of
rottende takken zijn bijzonder onstabiel. Raadpleeg de
diensten van een professionele boomchirurg
■
Ga nooit onder de tak te worden gesnoeid.
■
Gesnoeide takken niet altijd netjes op de grond
vallen. Zij raken makkelijk verstrikt en worden
weggeworpen door andere bladeren. Zorg ervoor dat
een veiligheidszone van tenminste twee keer de lengte
van de tak die moet worden afgezaagd, beschikbaar
is en wordt onderhouden tijdens het snoeien. Als dit
niet mogelijk is, vraagt u hulp van een professionele
boomchirurg.
■
Zorg ervoor dat de vallende tak geen gevaar vormt voor
uzelf, omstaanders of materiële goederen, waaronder
nutsleidingen.
■
Gebruik het werktuig nooit in een toestand waarbij de
paal zich in een hoek van meer dan 60° is opgesteld.
■
Gebruik
de
snoeimachine
zaagmechanisme dat zich op minder dan 10 m van
overhangende stroomkabels bevindt.
■
Het product niet forceren, laat de ketting het werk doen
op zijn eigen tempo.
■
Probeer niet om de branche te dicht bij de boomstam
te snijden. Laat ongeveer 15 cm ruimte tussen de stam
en de insnede.
■
Laat het zwaard op de te snoeien tak rusten en duw
de zaag zachtjes voorwaarts zodat de geribde bumper
ook met de tak in contact komt. Dit zal de stabiliteit en
het zagen bevorderen en voor betere insnedes zorgen.
■
Kleine takken die zowel dun zijn in doorsnede en
licht, kunnen met een insnede worden doorzaagd met
behulp van de onderkant van het zwaard.
■
Takken met een grotere diameter en die zwaarder zijn
kunnen breken of splijten tijdens het zagen zodat de
gebruiker de eerste insnede onderaan de tak moet
aanbrengen met de bovenkant van het zaagblad. De
eerste insnede moet de tak voor ongeveer een derde
doorzagen.
■
Denk eraan om grote takken in beheersbare delen te
snoeien in plaats van als geheel.
■
Probeer een vorige insnede nooit opnieuw te starten
met de ketting en het zwaard in de vorige insnede. Start
altijd een nieuwe insnede. Dit zal het risico op terugslag
en mogelijke letsels verminderen.
Nederlands
nooit
met
een