178555
4. Controleer of de klemmen juist bevestigd zijn en niet los kunnen
springen tijdens het laadproces
5. Controleer of de spanning schakelaar (4) juist gesteld is en de
laadsnelheid schakelaar (6) op 'MIN' gesteld is voordat u de oplader
op de stroombron aansluit en het laden start
Gebruik
Het laden van de accu
WAARSCHUWING: Gebruik de boost stand op de laadsnelheid schakelaar
(6) slecht voor een korte periode. Laat de accu niet alleen wanneer in de
boost stand geladen wordt
WAARSCHUWING: Laad een accu met een laag vloeistofniveau nooit op. Dit
beschadigd de accu en produceert een grotere hoeveelheid ontvlambare/
explosieve gassen
BELANGRIJK: De lader is niet geschikt voor het laden van AGM, gel en
andere VRLA accu's. De lader is enkel geschikt voor het laden van natte
cel loodaccu's
BELANGRIJK: De handmatige acculader is niet voorzien van een
automatische functie en stopt het laden niet wanneer accu volledig geladen
is
BELANGRIJK: Laad accu's enkel in goed geventileerde ruimtes op om de
ophoping van ontvlambare gassen te voorkomen
BELANGRIJK: De lader dient op een geaard stopcontact aangesloten te
worden
BELANGRIJK: Het is aanbevolen één accu per keer op te laden. Het
gelijktijdig opladen van meerdere accu's wordt niet in deze handleiding
beschreven. Het is belangrijk dat spanning, capaciteit, laadniveau en
ideaal gezien leeftijd en merk van alle accu's overeenkomen. Het is
tevens belangrijk dat de gecombineerde Ah waarde binnen het bereik
(weergegeven in de specificaties) valt
• Controleer of de spanningsschakelaar (4) in de juiste stand staat
• Sluit de lader op het stroomnet aan
• Plaats de laadsnelheid schakelaar (6) in de gewenste positie voor de
op te laden accu
Let op: Accu's dienen slechts op een spanning, 1/10 van de Ah waarde,
geladen te worden (Vb.: Een accu met een Ah waarde van 100 dient op een
10 Ah spanning geladen te worden). Wanneer een accu ver ontladen is,
laadt u deze op slechts een 1/20 Ah waarde op
• De laadcyclus is op de ampère meter (1) te volgen. Wanneer de
laadsnelheid te hoog is draait u de laadsnelheid schakelaar (6) in de
'MIN' richting
• Voor het snel laden van een gedeeltelijk ontladen accu, plaatst u de
lader in de boost stand en schakelt u de lader voor 5-10 minuten in
• Tijdens het laden van de accu neemt de laadsnelheid geleidelijk af.
Wanneer de ampèremeter (1) '0' aangeeft is de accu volledig geladen
Let op: Houd de ampèremeter in de gaten zodat de lader uitgeschakeld kan
worden zodra de accu volledig is opgeladen
• Bij het laden van een oude accu is de start laadsnelheid mogelijk hoger
waar de accu warmer wordt. Probeer geen bevroren accu's op te laden
• Intern beschadigde accu's (kortsluiting) trekken hoge spanningsniveaus
zonder op te laden. Wanneer de laadspanning na 5-10 minuten niet
lager wordt is de accu mogelijk beschadigd. Stop het laden en laat de
accu door een professional nakijken
• Ontkoppel de negatieve klem (zwart) (10)
• Ontkoppel de positieve klem (rood) (11)
• Bevestig de accu terug in het voertuig. Sluit de positieve pool aan,
gevolgd door de negatieve pool
Belangrijk: Ontkoppel de lader van de stroombron en ontkoppel de accu
na gebruik. Wanneer de accu niet ontkoppeld wordt is overlading en
beschadiging het gevolg
Onderhoud
WAARSCHUWING: Ontkoppel de lader van de stroombron voordat enig
onderhoud wordt uitgevoerd
Het vervangen van de DC zekering
BELANGRIJK: Ontkoppel de lader van de accu en stroombron
De DC zekering (3) beschermt de DC uitgang van de lader. De zekering
springt mogelijk wanneer de klemmen elkaar raken, wanneer de accu
foutief is, wanneer de klemmen verkeerdom worden aangesloten of
wanneer het voertuigelektronica foutief is (wanneer de accu in het voertuig
wordt opgeladen).
Wanneer de zekering gesprongen is verhelpt u de oorzaak en vervangt u de
zekering met een hoogwaardige, soortgelijke zekering (zie specificaties)
Het vervangen van de 230 V zekering
WAARSCHUWING: Ontkoppel de lader van de accu en stroombron
Verwijder de 230 V zekering (5) door de zekering afdekking los te schroeven
met een kruiskopschroevendraaier. Vervang de zekering voor een nieuwe
(zie: 'Specificaties')
Schoonmaak
• Houd uw machine schoon. Zorg ervoor dat afval zich niet ophoopt op
de onderdelen van het gereedschap. Verwijder stof en vuil en zorg
ervoor dat de ventilatiegaten nooit verstopt raken. Gebruik een zachte
borstel of een droge doek om de machine te reinigen. Gebruik wanneer
mogelijk zuivere, droge perslucht om door de luchtgaten te blazen.
Opberging
• Berg de machine op een droge en veilige plek, buiten het bereik van
kinderen op.
Verwijdering
Bij de verwijdering van elektrische machines neemt u de nationale
voorschriften in acht.
• Elektrische en elektronische apparaten mogen niet met uw
huishoudelijk afval worden weggegooid
• Neem contact op met uw gemeente voor informatie betreffende de
verwijdering van elektrisch gereedschap
www.silverlinetools.com
12/24 V acculader
37