7.5 Buitengewoon onderhoud
Na het correcte starten en bijbehorende controles vereisen de eenheden doorgaans geen enkele ingreep van de
assistentiedienst voor de controle van de koelgasvulling.
7.5.1
Speciale ingrepen
Bij het gebruik van de eenheid kunnen zich speciale situaties voordien die onmiddellijk ingrijpen vereisen.
Ook in noodgevallen moeten ingrepen aan de eenheid veilig en door geautoriseerd en gekwalificeerd
personeel worden uitgevoerd in overeenstemming met bijlage HH van IEC 60335-2-40:2018, lokale
voorschriften en, binnen Europa, EN378-4 en EN13313
De aanwezigheid van olie op de eenheid, de leidingen of onderdelen van de eenheid kan wijzen op gaslekken.
Repareer het lekkagepunt en herstel de koelgasvulling.
In geval van kleine olielekken moeten de vuile delen gereinigd worden met absorberende doekjes of de gemorste olie
met absorberende doeken opgenomen worden. Het gebruikte materiaal moet hoe dan ook als afval verwerkt worden
volgens de van kracht zijnde voorschriften.
Controleer of het nodig is de olievulling te herstellen.
Bij morsen van het mengsel water en glycol uit de installatie moet de werking van de eenheid gestopt worden en de
afgifte onmiddellijk worden onderbroken door in te grijpen op de kranen, om het gedeelte waar de lek optreedt te
isoleren.
Zorg voor de geschikte middelen om de gemorste vloeistof te omsluiten (kussens, doeken absorberend doeken).
De gemorste vloeistof moet voor zo ver dat mogelijk is teruggewonnen worden met een vloeistofzuiger.
In geval van milieuschade waarbij saneringsmaatregelen nodig is, moeten de bevoegde autoriteiten ingelicht worden.
De teruggewonnen vloeistof en het gebruikte materiaal moeten hoe dan ook als afval verwerkt worden volgens de
van kracht zijnde normen en voorschriften.
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYA
4P645202-1
Vertaling van originele instructies
Packaged Rooftop
213