•
Elektronica
Een kalibratieprocedure komt exact overeen met het proces van een
normale meting tijdens de meettoepassing. Het enige verschil bestaat
eruit dat in plaats van het huidige afvalwatermonster, de
standaardoplossing wordt gemeten. De stroomuitgang wordt niet
beïnvloed door de kalibratiecyclus. De laatst gemeten waarde vóór
kalibratie wordt vastgelegd en wordt uitsluitend bijgewerkt na voltooiing
van de kalibratie na een nieuwe meting.
Automatische reiniging (circa 15 minuten)
De PHOSPHAX Σ sigma produceert zelf haar eigen reinigingsoplossing.
Hiertoe wordt het ontsluitingsreagens A in de kuvet gevoerd. Vervolgens
treedt de thermische conversie van het oxidatiemiddel naar zwavelzuur
op. Nu is het volledige traject van het monster tot het uiteinde van de
circa 1,2 m lange monstertoevoerslang buiten de behuizing met dit hete
zuur gevuld. Na een reactietijd van 5 minuten wordt de gebruikte
reinigingsoplossing via de afvoerslang uitgestoten.
Beschermingspaneel
Binnenin de ontsluitingseenheid wordt met temperaturen van meer dan
100 °C gewerkt, onder druk en met een sterk zuur ontsluitingsmiddel. Dit
vereist een verhoogde veiligheidsinspanning.
Om die reden bevindt zich vóór het gehele analysegedeelte een
beschermingspaneel. Aan de binnenzijde van het beschermingspaneel
zit de transparante veiligheidsbout, die aangrijpt in een speciale
blokkeerinrichting achter de voetplaat van de fotometer.
Deze vergrendeling gaat alleen open in het menu [+SERVICE], nadat
het apparaat tot zijn standaardstatus is teruggekeerd (kuvet geleegd,
drukloos en op omgevingstemperatuur).
L E T O P
Voor alle werkzaamheden binnenin het analysegedeelte (doseer- en aansluitslan-
gen, pompen, ventielen, ontsluitingseenheid) moet dit beschermingspaneel eerst
worden weggehaald en vóór de meettoepassing weer worden teruggeplaatst!
Nederlands 266
Doseerpompen
De vier gebruikte slangdoseerpompen zijn verantwoordelijk voor het
gehele vloeistoftransport.
Ze worden bestuurd door een stappenmotor en zijn variabel wat betreft
toerental en draairichting. De doseerslangen worden met behulp van
pompcassettes over de pomprollen heen geleid. Voor het invoeren van
de reagentia C en D wordt een tweekanaals pomp (twee
pompcassettes) gebruikt, voor de overige pompen wordt een
eenkanaals pomp (één pompcassette) gebruikt.
Slijtage van de pomprollen is te herkennen aan sterke groefvorming op
de pomprollen, wat tot een verkeerde dosering kan leiden. In dat geval
verdient het aanbeveling om de pomprollen preventief te vervangen.
L E T O P
Voor een langdurige uitschakeling (langer dan 48 uur) moeten de
pompcassettes worden losgemaakt om de doseerslangen te kunnen losmaken —
maar vanwege het terugloopgevaar moeten de slangen eerst uit de
schroefdoppen (deksels van de bussen) worden verwijderd! Neem bij de omgang
met de reagentia de veiligheidsinstructies onder
paragraaf Vervangen van de reagentia
Afbeelding 9 Doseerpompkop tijdens rollenwissel
Pumpenkassette
Pumpenrolle
Pomprol
in acht.
Pompcassette