Medtronic Enlite MMT-7008A Manual Del Usuario página 20

Pas als de bloeding is gestopt, sluit u de zender of recorder op de
sensor aan.
Als de bloeding NIET stopt, mag u de zender of recorder NIET op
de sensor aansluiten.
1. Verwijder de sensor en gooi deze weg.
2. Controleer de inbrengplaats op roodheid, bloedingen, irritatie,
pijn, gevoeligheid en ontsteking. Behandel uzelf indien nodig.
3. Breng een nieuwe sensor in op een andere plaats.
Het product heeft kleine onderdelen waarin jonge kinderen kunnen
stikken.
Voorzorgsmaatregelen
Sensoren zijn voor eenmalig gebruik. Hergebruik van de sensor
kan leiden tot beschadiging van het sensoroppervlak, onnauwkeurige
glucosewaarden, irritatie of infectie bij de inbrengplaats.
Was uw handen altijd met water en zeep voordat u de verpakking
van de sensor opent en de steriele sensor hanteert.
De arts, diabetesverpleegkundige of verzorger dient de sensor met
inachtneming van algemeen geldende voorzorgsmaatregelen te
behandelen. Raak geen oppervlakken van de sensor aan die met
het lichaam in aanraking komen (te weten de sensor, de naald, de
hechtoppervlakken en de afdekpleister).
Breng de sensor niet dwars door een pleister heen in, en gebruik
uitsluitend alcohol om de inbrengplaats te ontsmetten. Gebruik
vóór het inbrengen geen andere huidontsmettingsmiddelen.
Stel een wisselschema op voor het selecteren van inbrengplaatsen
voor de sensor. Sensor en inbrengnaald na eenmalig gebruik
weggooien in een afvalbak voor naalden. Naald niet reinigen,
hersteriliseren of uit de naaldbeschermer halen.
Inbrengplaatsen voor de sensor
Zie de gebruiksaanwijzing bij het Enlite-inbrengapparaat voor
instructies voor het inbrengen van de sensor.
WAARSCHUWING: Het niet naleven van deze instructies kan
tot pijn of letsel leiden.
LET OP: Breng de sensor nooit in op minder dan 7,5 cm (3 inch)
van een pompinfusieplaats of handmatige injectieplaats. Kies
bij het vervangen van de sensor een nieuwe inbrengplaats die
ten minste 5 cm (2 inch) van de eerder gebruikte plaats af ligt.
- 18 -