Schoonmaken en onderhoud
Haal de stekker uit het stopcontact voor u het apparaat schoonmaakt of onderhoudt.
De stofbak legen en schoonmaken
De robot werkt stof en vuil los van de vloer met zijn zijborstels. Dit stof en vuil wordt verzameld in
de stofbak. Voor de beste resultaten raden we u aan de stofbak na elk gebruik te legen en schoon te
maken.
1
Zorg ervoor dat de aan/uitknop in de 'uit'-stand staat.
2
Plaats de robot op een vlakke en stabiele ondergrond, met de bumper naar u gericht.
3
Druk stevig op de twee geribde delen van het stofbakcompartimentdeksel om het deksel te
ontgrendelen. Schuif vervolgens het deksel van de robot (fig. 19).
4
Neem de stofbak uit het stofbakcompartiment (fig. 20).
Opmerking: Wanneer u de stofbak verwijdert of terugplaatst, let dan op dat u de bladen van de
motorventilator niet beschadigt.
5
Til het deksel voorzichtig van de stofbak en neem het filter uit de stofbak (fig. 21).
6
Schud de stofbak leeg boven een afvalbak (fig. 22).
7
Als de stofbak vuil is, maakt u de stofbak schoon met een borstel met zachte borstelharen
(zoals een tandenborstel) of een doek (fig. 23).
Let op: Maak de stofbak en het filter niet schoon met water of in de vaatwasmachine.
8
Als het filter vuil is, maak het dan schoon met een borstel met zachte borstelharen (zoals
een tandenborstel) (fig. 24).
9
Plaats het filter terug in de stofbak. Plaats vervolgens het deksel op de stofbak (fig. 25).
10
Plaats de stofbak terug in het stofbakcompartiment (fig. 26).
11
Schuif het stofbakcompartimentdeksel terug op de robot tot deze op zijn plaats klikt.
Let op: Zorg er altijd voor dat het filter in de stofbak is geplaatst. Als u de robot gebruikt zonder
het filter in de stofbak, raakt de motor beschadigd.
De zuigopening, de wielen en de valsensoren schoonmaken
Na verloop van tijd kunnen stof en pluisjes zich ophopen rond de zuigopening, de wielen en de
valsensoren in de onderkant van de robot. Voor een goede werking moet u de zuigopening, de
wielen en de valsensoren van tijd tot tijd schoonmaken.
1
Zorg ervoor dat de aan/uitknop in de 'uit'-stand staat.
2
Plaats de robot ondersteboven op een vlakke ondergrond.
3
Gebruik een borstel met zachte borstelharen (zoals een tandenborstel) om stof of pluisjes
van de zuigopening te verwijderen (fig. 27).
4
Gebruik de borstel ook om stof of pluisjes van het voorwiel en de zijwielen te verwijderen.
5
Gebruik een wattenstaafje om stof en pluisjes van de valsensoren te verwijderen (fig. 28).
Opmerking: Het is belangrijk dat u de valsensoren regelmatig schoonmaakt. Als de valsensoren vuil zijn,
kan het gebeuren dat de robot hoogteverschillen niet detecteert.
nEDErlanDs
85