7.9.5
[Modus] [Timer]
Bij de modus timer worden loop- en stilstandtijd van de pomp door instelbare tijdspannes
bepaald. Hierbij staan twee verschillende programmasoorten ter keuze.
Bij weekprogramma kunnen tot max. zeven doseertijden per weekdag worden vastgelegd.
Inschakeltijd, doseerduur en doseervermogen kunnen daarbij voor elk doseertijdstip
individueel worden gekozen.
Bij het intervalprogramma werkt de pomp met een zich voortdurend herhalende volgorde
van ingestelde inschakelduur en uitschakelduur.
Volgende timerinstellingen kunnen worden geselecteerd:
n
„Weekprogramma" :
Ä Hoofdstuk 7.9.5.1 „[Modus] - [Timer] [Weekprogramma]" op pagina 85.
In het „weekprogramma" start de dosering op gekozen doseertijdstippen.
Hierbij kunnen zeven doseertijdstippen per weekdag / doseerduur en
doseervermogen voor elke dosering apart worden gekozen.
n
„Intervalprogramma" :
Ä Hoofdstuk 7.9.5.2 „[Modus] [Timer] [Intervalprogramma] instellen" op pagina 87.
In het „intervalprogramma" draait en pauzeert de pomp voor de duur van de
ingestelde in- en uitschakeltijden.
De procedure wordt voortdurend herhaald waarbij inschakelduur,
uitschakelduur en doseervermogen kunnen worden gekozen.
7.9.5.1 [Modus] - [Timer] [Weekprogramma]
Afb. 44: [Timer] [Weekprogramma]
85
Besturing / software
417102276 Rev. 3-01.2019