Montage van de aandrijfelementen
Het voertuigchassis moet vrij zijn van roest en grof vuil. In het
bereik van de wielophanging mogen geen beschadigingen
aanwezig zijn.
De op de caravan gemonteerde wielen en banden dienen van
dezelfde grootte en hetzelfde type te zijn en overeenkomstig
de gegevens van de fabrikant worden opgepompt.
Alle onderdelen uit de verpakking nemen en op de grond leggen.
Om de geldigheid van de Algemene Verbruiksvergun-
ning (ABE) te waarborgen, moeten de bijgevoegde
fabrieksbordjes (f) links en rechts op de dwarsbalk naast de
bevestigingslaten van de aandrijfeenheden worden
aangebracht.
Steek de aandrijfeenheden en dwarsstang los in elkaar. Draai
de schroeven (contramoeren) niet meer dan handvast aan.
Moer M8 (4x)
Zet de bevestigingsset (b) op het voertuigchassis en schroef
dit met de beide schroeven (c) zodanig vast dat verschuiven
op het chassis nog net mogelijk is.
c
Onderleg-
plaatje 8
(8 x)
Moer M8 zelfborgend (4 x)
46
f
M8 x 30 (4x)
M8 x 60 (4 x)
b
Schroef de aandrijfeenheden met dwarsstang met de U-beu-
gel (d) zodanig vast op de bevestigingsset dat verschuiven
nog net mogelijk is.
d
Onderlegplaatje 10
(16 x)
Moer M10
zelfborgend (8 x)
Plaats de aandrijfrollen zodanig dat deze zich ongeveer op de
hoogte van de wielnaaf (wielmidden ±30 mm) bevinden.
Bij een hoogteverschil tot 45 mm biedt Truma ter compensatie
een set extra afstandsplaten (art.-nr. 60010-66000, 2 stuks à
15 mm) aan. Er kunnen max. drie afstandsplaten aan iedere
kant worden gebruikt. Voor bevestigen van de afstandsplaten
is de schroevenset (art.-nr. 60010-70000) nodig.
Bij een hoogteverschil van meer dan 45 mm moet de mon-
tageset voor plat chassis (art.-nr. 60010-64900) worden ge-
bruikt. Let op voldoende bodemvrijheid (min. 110 mm).
Breng door verschuiven van de aandrijfeenheden (in wegge-
zwenkte toestand) in lengterichting de correcte afstand tussen
banden en rol (20 mm) met de meegeleverde afstandsmal aan.
De verschuifbare middenstang maakt aanpassing aan de
chassisbreedte mogelijk.
20 mm
Verschuif de aandrijfeenheden zodanig in dwarsrichting dat
het maximale loopvlak van de band wordt beslagen.
M10 x 50 (8 x)
± 30 mm
min. 110 mm
min. 110 mm