Overige Functies; Wat Is Het Tmc-Verkeersinformatiecentrum; De Instelling Van Fm-Frequenties Wijzigen; Diagnose Van Aansluitingen - Clarion NAX943DV Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para NAX943DV:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 185
cl_Dutch_fm.book 32 ページ 2004年3月19日 金曜日 午後5時35分

Overige functies

Wat is het TMC-verkeersin-
formatiecentrum?
Het TMC-verkeersinformatiecentrum (Traffic
Message Channel) zendt via FM-frequenties
informatie uit over files, wegwerkzaamheden
en afgesloten wegen rondom uw huidige
locatie.
U kunt deze informatie alleen ontvangen als
de TMC-eenheid, die afzonderlijk wordt ver-
kocht, aan dit navigatiesysteem is aangeslo-
ten.
Het navigatiesysteem filtert de ontvangen
informatie en geeft de van toepassing zijnde
pictogrammen op de kaart weer. Zie voor het
instellen van filters of weer te geven picto-
grammen pagina D-15, "Pictogrammen
getoond na ontvangst van informatie van het
TMC-verkeersinformatiecentrum".
Als de informatie van het centrum over de
voorgestelde route pas wordt ontvangen
nadat de routeberekening is voltooid, kunt u
het navigatiesysteem vragen een omleiding
te berekenen. Zie pagina D-25, "Omleiding
berekenen op basis van informatie van het
TMC-verkeersinformatiecentrum".
LET OP
Het RDS-TMC-systeem geeft slechts aan-
wijzingen. Deze stemmen mogelijk niet
overeen met de actuele verkeersomstan-
digheden.
Tips:
Zie voor de basisinstellingen van RDS-TMC
en het instellen van bepaalde verkeersinfor-
matie, pagina D-15.
De instelling van FM-fre-
quenties wijzigen
1
knop
2
[Navigatie] toets
3
[Verkeersinformatie] toets
4
[TMC serviceselectie] toets
5
Selecteer de ontvangstwijze van uw voor-
keur.
D-32
Automatisch afstemmen
Het systeem stemt automatisch af op de
best beschikbare frequentie, gebaseerd
op de huidige voertuiglocatie.
Handmatig afstemmen
U kunt met de hand afstemmen op de fre-
quentie van uw voorkeur door een op het
scherm getoonde frequentie of FM zen-
der te selecteren.
6
knop

Diagnose van aansluitingen

Dit systeem is uitgerust met een zelfdiagno-
sefunctie en een controlefunctie voor de
ingaande voertuigsignalen.
Voer zodra het navigatiesysteem storingen
vertoont een zelfdiagnose uit en een con-
trole op de ingaande signalen.

Zelfdiagnosefunctie

De aansluitingen tussen onderdelen van het
navigatiesysteem kunt u controleren door
een zelfdiagnose uit te voeren.
1
knop
2
[Connectiediagnose] toets
3
[Zelfdiagnose] toets
4
De zelfdiagnose start en het scherm toont
de melding "Zelfdiagnose wordt uitge-
voerd".
5
Het zelfdiagnoseresultaat geeft in kleur
de status weer van aansluitingen tussen
onderdelen.
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido